ECLI:NL:GHAMS:2025:655

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 februari 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
23-003138-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens termijnoverschrijding

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was gedagvaard om op 3 juni 2022 te verschijnen, maar is bij verstek veroordeeld. De dagvaarding was op 22 maart 2022 betekend. De verdachte heeft echter pas op 22 november 2022 hoger beroep ingesteld, wat buiten de wettelijk voorgeschreven termijn van veertien dagen na het vonnis viel. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep, en het hof heeft deze vordering gehonoreerd. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep omdat het hoger beroep niet tijdig is ingesteld. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, en het arrest is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003138-22
datum uitspraak: 4 februari 2025
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 3 juni 2022 in de strafzaak onder parketnummer 15-173527-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1950,
adres: [adres] .

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 februari 2025.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is in eerste aanleg gedagvaard om op 3 juni 2022 te verschijnen ter terechtzitting van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De dagvaarding is de verdachte op 22 maart 2022 in persoon betekend. De verdachte is op 3 juni 2022 bij verstek veroordeeld. Tegen dit vonnis heeft de verdachte niet binnen veertien dagen nadien hoger beroep ingesteld, maar eerst op 22 november 2022.
Nu het hoger beroep niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn is ingesteld zal de verdachte daarin niet-ontvankelijk worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D.A.C. Koster, mr. A.R.O. Mooy en mr. A.W.T. Klappe, in tegenwoordigheid van
mr. D. de Jong, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 februari 2025.