Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Ik begrijp dat ik een betalingsovereenkomst aanga en accepteer de voorwaarden”. Na het aanklikken van het aanvinkvakje kon worden overgegaan tot het klikken op de knop ‘
Bevestig je aanvraag’.
4.Eerste aanleg
€ 3.097,69 aan hoofdsom vermeerderd met de wettelijke rente over € 3.097,69 vanaf 28 september 2023, van € 144,83 aan verschenen rente tot 28 september 2023 en van € 434,77 aan buitengerechtelijke incassokosten, alsmede van de proceskosten.
Bevestig je aanvraag” op de bestelknop geen duidelijke mededeling is gedaan dat de consument met het aanklikken van die knop een betalingsverplichting aangaat. Het feit dat de consument eerst het aanvinkvak met de zinsnede ‘
Ik begrijp dat ik een betalingsovereenkomst aanga en accepteer de voorwaarden’ moet hebben aangeklikt maakt dit volgens de kantonrechter niet anders. De kantonrechter heeft de overeenkomst vernietigd voor wat betreft de betalingsverplichting van [geïntimeerde] en voor het overige in stand gelaten. Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vordering ook niet toewijsbaar is op de (meer) subsidiaire grondslagen. Voor onverschuldigde betaling is immers vereist dat dit zonder rechtsgrond is gebeurd. Nu de overeenkomst alleen ten aanzien van de betalingsverplichting is vernietigd, is de verplichting zijdens Innova Energie in stand gebleven en dus niet onverschuldigd. Voor de vordering tot nakoming geldt dat deze door de vernietiging is komen te vervallen.
5.Beoordeling
Fuhrmann).
Ik begrijp dat ik een betalingsovereenkomst aanga en accepteer de voorwaarden” alvorens de consument kan overgaan tot het klikken op de knop met de tekst ‘
Bevestig je aanvraag’.
Ik begrijp dat ik een betalingsovereenkomst aanga en accepteer de voorwaarden” is aangeklikt, is daartoe onvoldoende, nu uitsluitend rekening gehouden moet worden met de woorden op de bestelknop. Zoals het HvJEU in het Furhmann-arrest heeft overwogen, moet voor de consument duidelijk zijn op welk moment de overeenkomst daadwerkelijk wordt aangegaan. Dat [geïntimeerde] de overeenkomst ruim voor het Fuhrmann-arrest is aangegaan leidt niet tot een ander oordeel. Innova Energie diende immers op grond van artikel 6:230v lid 3 BW reeds aan die verplichting te voldoen. Ook doen de door Innova Energie aangevoerde omstandigheden dat het een feit van algemene bekendheid is dat het afnemen van energie en/of gas geld kost, dat [geïntimeerde] structureel energie heeft afgenomen en haar energieverbruik heeft doorgezet, dat [geïntimeerde] de voorschotnota’s heeft voldaan en een bevestigingsbrief, diverse facturen en aanmaningen heeft ontvangen, niet af aan de op de handelaar rustende informatieplicht van artikel 6:230v lid 3 BW. Het HvJEU is in de hiervoor onder 5.5 aangehaalde Fuhrmann-zaak onmiskenbaar streng in de toepassing van de richtlijn. Daarnaast heeft de Hoge Raad deze strenge toepassing bevestigd in het hiervoor onder 5.6 aangehaalde arrest.