ECLI:NL:GHAMS:2025:859

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
1 april 2025
Zaaknummer
200.336.793/01 GDW
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen gerechtsdeurwaarder over conservatoir bewijsbeslag en onrechtmatige handelingen

In deze zaak heeft klaagster, MAMOMO ALLROUND SOLUTION HOLDING B.V., een klacht ingediend tegen een gerechtsdeurwaarder naar aanleiding van conservatoir bewijsbeslag dat op 22 december 2021 in haar woning is gelegd. Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat er onrechtmatige handelingen zijn verricht aan haar auto tijdens de beslaglegging en dat de in beslag genomen iMac onbruikbaar is teruggegeven. De klacht is ongegrond verklaard door de kamer voor gerechtsdeurwaarders, waarna klaagster in hoger beroep is gegaan. Het hof heeft de zaak behandeld op 13 februari 2025, waarbij de gemachtigde van klaagster en de gerechtsdeurwaarder aanwezig waren. Klaagster zelf is niet verschenen. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de kamer zijn vastgesteld en heeft de argumenten van klaagster en de gerechtsdeurwaarder overwogen. Het hof concludeert dat er geen bewijs is voor de onrechtmatige handelingen aan de auto en dat de klacht over de iMac niet voldoende onderbouwd is. De beslissing van de kamer is bevestigd.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.336.793/01 GDW
nummer eerste aanleg : C/13/720993 / DW RK 22/301
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 8 april 2025
inzake

1.[appellant] ,

wonend op een geheim adres,
2.
MAMOMO ALLROUND SOLUTION HOLDING B.V.,
gevestigd te Düsseldorf (Duitsland),
appellanten,
gemachtigde: mr. M.F.E. Sprenkels, advocaat te Beek (Limburg),
tegen
[geïntimeerde],
gerechtsdeurwaarder te [plaats] ,
geïntimeerde.
Appellanten worden hierna gezamenlijk klaagster genoemd. Geïntimeerde wordt de gerechtsdeurwaarder genoemd.

1.De zaak in het kort

Er is conservatoir bewijsbeslag gelegd in de woning van klaagster. De gerechtsdeurwaarder was hierbij aanwezig. In deze tuchtprocedure verwijt klaagster de gerechtsdeurwaarder dat 1) tijdens het conservatoir bewijsbeslag onrechtmatige handelingen aan de auto van klaagster zijn verricht en 2) de in beslag genomen iMac onbruikbaar is teruggegeven aan klaagster.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Klaagster heeft op 17 januari 2024 een beroepschrift – met bijlagen – bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam (hierna: de kamer) van 18 december 2023 tussen partijen gegeven onder bovengenoemd nummer (ECLI:NL:TGDKG:2023:99).
2.2.
De gerechtsdeurwaarder heeft het hof op 9 september 2024 geïnformeerd dat hij zijn verweer uit de eerste aanleg handhaaft.
2.3.
Het hof heeft van de kamer de stukken van de eerste aanleg ontvangen.
2.4.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 13 februari 2025. De gemachtigde van klaagster en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; de gemachtigde van klaagster aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnota. Klaagster zelf is niet verschenen.

3.Feiten

Het hof verwijst naar de feiten die de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling daarvan geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die zijn komen vast te staan, zijn die feiten de volgende.
3.1.
Bij beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 17 december 2021 heeft de voorzieningenrechter verlof verleend tot het leggen van conservatoir bewijsbeslag ten laste van klaagster en het in gerechtelijke bewaring nemen van de in beslag te nemen bescheiden. De gerechtsdeurwaarder en zijn collega-gerechtsdeurwaarder zijn daarbij als bewaarder aangewezen.
3.2.
Op 22 december 2021 is conservatoir bewijsbeslag gelegd in de woning van klaagster en zijn diverse gegevensdragers in beslag genomen en in gerechtelijke bewaring gegeven. De gerechtsdeurwaarders hebben zich bij het leggen van het bewijsbeslag laten bijstaan door een door de gerechtsdeurwaarder ingeschakelde particulier onderzoeker, hierna: [naam 1] . Een in beslag genomen iMac is – na het maken van een kopie van de daarop staande gegevens – door de gerechtsdeurwaarder op 24 december 2021 teruggegeven aan klaagster op haar woonadres.
3.3.
Omdat klaagster vermoedde dat bij de beslaglegging was geknoeid met de software van haar auto, heeft zij op haar beurt bewijsbeslag gelegd op correspondentie van onder andere de gerechtsdeurwaarder. In een zogenoemde artikel 843a Rv-procedure heeft klaagster vervolgens afgifte en inzage van die stukken gevorderd. Bij vonnis van de rechtbank Rotterdam van 5 april 2023 is deze vordering afgewezen. De rechtbank heeft daarbij onder meer het volgende overwogen:

Niet aannemelijk is namelijk geworden dat [naam 1] heeft geknoeid met software van de auto van[klaagster]
zodat ook niet aannemelijk is dat [naam 2] ,[de gerechtsdeurwaarder]
en [naam 1] onrechtmatig hebben gehandeld tegenover[klaagster].
(…) De videobeelden van de doorzoeking die[klaagster]
heeft ingebracht, laten niets verdacht zien. Uit de beelden volgt dat [naam 1] gedurende 10 minuten de auto heeft doorzocht. Dit kan grondig worden genoemd, maar het is niet bevreemdend aangezien [naam 1] onder meer moest zoeken naar usb-sticks. Een usb-stick kan eenvoudig op veel plaatsen worden verborgen, ook in een auto. Uit de beelden blijkt niet dat [naam 1] zelf een usb-stick heeft gepakt en ook niet dat hij iets met de bedrading van de auto heeft gedaan of dat hij daarop iets heeft aangesloten. Op de beelden is juist niets vreemds te zien. Hoogstens kan worden afgevraagd of het zinvol was om onder de motorkap te kijken of daar mogelijk usb-sticks verstopt zouden zitten, maar het is volstrekt onaannemelijk dat [naam 1] binnen zo’n korte tijd (60 seconden) iets onder de motorkap heeft kunnen aanpassen of aansluiten op de auto. De beelden maken daarom in het geheel niet aannemelijk dat [naam 1] heeft geknoeid met software van de auto van klaagster.
Klaagster heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.

4.De klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat:
tijdens het conservatoir bewijsbeslag op 22 december 2021 onrechtmatige handelingen aan de auto van klaagster zijn verricht;
de in beslag genomen iMac onbruikbaar is teruggegeven aan klaagster.

5.Beoordeling

5.1.
De kamer heeft in de bestreden beslissing beide onderdelen van de klacht van klaagster ongegrond verklaard.
Klachtonderdeel a. (verrichten onrechtmatige handelingen aan auto)
5.2.
Over dit klachtonderdeel heeft de kamer het volgende overwogen:
  • er zijn geen aanwijzingen dat [naam 1] heeft geknoeid met software van de auto dan wel dat [naam 1] iets ongeoorloofds met de auto heeft gedaan;
  • met de door klaagster overgelegde softwarevergelijking is geen oorzaak van de door het recherchebureau van klaagster geconstateerde verschillen aangetoond;
  • uit de door klaagster overgelegde video-opname zijn geen onverklaarbare handelingen gebleken;
  • het vorenstaande vindt steun in het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 5 april 2023.
5.3.
Klaagster heeft in hoger beroep opnieuw gesteld dat de gerechtsdeurwaarder en [naam 1] gedurende de inbeslagname handelingen hebben verricht aan de auto als gevolg waarvan een afwijking in de software heeft plaatsgevonden.
5.4.
De gerechtsdeurwaarder heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij een te goeder naam en faam bekend staand onderzoeksbureau opdracht had gegeven hem bij de beslaglegging terzijde te staan. Pas op de ochtend van de beslaglegging heeft de gerechtsdeurwaarder [naam 1] voor het eerst gezien en toen heeft hij hem geen bijzondere instructies gegeven.
5.5.
Het hof sluit zich bij de onder 5.2. vermelde overwegingen van de kamer aan en maakt die tot de zijne. Het hof stelt vast dat klaagster haar stelling over de door de gerechtsdeurwaarder en [naam 1] verrichte onrechtmatige handelingen aan de auto op geen enkele manier heeft onderbouwd. Klaagster heeft in hoger beroep nog wel gewezen op twee verklaringen die door een onderzoeksjournalist ten overstaan van een notaris zouden zijn afgelegd, maar deze verklaringen zijn door haar niet overgelegd en de door de gemachtigde van klaagster samengevatte inhoud ervan wordt door de gerechtsdeurwaarder betwist. Ook heeft het hof zelf de video-opname van de doorzoeking bekeken en daarop niets gezien wat de stelling van klaagster zou ondersteunen. Het hof acht daarom, net als de kamer, klachtonderdeel a. ongegrond.
Klachtonderdeel b. (onbruikbaar teruggeven iMac)
5.6.
Met betrekking tot dit klachtonderdeel heeft de kamer geoordeeld dat de enkele niet nader onderbouwde stelling van klaagster onvoldoende is om tuchtrechtelijk laakbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder vast te stellen. In hoger beroep heeft klaagster een onderzoeksrapport van een recherchebureau over de iMac ingebracht. Dit rapport dient als ondersteuning van haar stelling dat de iMac onbruikbaar is teruggeven. Uit dat rapport volgt echter niet dat de – gestelde – onbruikbaarheid van de iMac is te wijten aan de gerechtsdeurwaarder. De tijdlijn in dit rapport is onduidelijk. Daaruit blijkt bijvoorbeeld niet wanneer de malware op de iMac zou zijn gezet. Het rapport dateert bovendien pas van 2 augustus 2022, dat is ruim zeven maanden na de teruggave van de iMac. Ook wekt het bevreemding dat het rapport niet al in eerste aanleg is overgelegd. Het hof sluit zich daarom aan bij het oordeel van de kamer dat ook klachtonderdeel b. ongegrond is.
Conclusie
5.7.
Uit wat hiervoor is overwogen volgt dat het hof, evenals de kamer, van oordeel is dat de klacht tegen de gerechtsdeurwaarder ongegrond is. Het hof zal de beslissing van de kamer daarom bevestigen.

6.Beslissing

Het hof:
- bevestigt de bestreden beslissing.
Deze beslissing is gegeven door mrs. J.C.W. Rang, L.J. Saarloos en A.W. Jongbloed en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2025 door de rolraadsheer.