ECLI:NL:GHAMS:2025:969
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vervangende toestemming voor vakantie met kinderen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam. De vrouw is op 7 april 2025 in hoger beroep gekomen van een deel van het vonnis van 3 april 2025, waarin de voorzieningenrechter vervangende toestemming heeft verleend aan de man voor een vakantie met de kinderen naar Israël van 10 tot en met 21 april 2025. De vrouw is het niet eens met deze beslissing en heeft in appel één grief voorgedragen, waarbij zij heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en de vordering van de man zal afwijzen. De mondelinge behandeling in hoger beroep vond plaats op 9 april 2025, waarbij beide partijen met hun advocaten aanwezig waren. De man heeft ter zitting geantwoord en geconcludeerd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bekrachtigen. Het hof heeft in verband met de spoedeisendheid van de zaak besloten om de beslissing in de vorm van een kop-staartarrest te geven. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de kosten van het hoger beroep tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.