4.4De door de advocaat van
de mannamens hem voorgestelde vaststellingsovereenkomst luidde als volgt.
5. De vrouw heeft zich bij de totstandkoming van deze vaststellingsovereenkomst laten bijstaan door haar advocaat mr. H. Veldman.
De man en [de B.V. 2 van A] hebben zich bij de totstandkoming van deze vaststellingsovereenkomst laten bijstaan door hun advocaat mr. E.H. Schijven-Bours.
Vaststellingsovereenkomst
1. Partijen komen overeen dat zij alle geschillen die voortgevloeid zijn of zouden kunnen voortvloeien uit voornoemd vonnis van de Rechtbank Leeuwarden van 7 november 2007 beëindigen.
2. De man en de vrouw zullen de procedure bij het Hof Leeuwarden bekend onder nummer
07/775 beëindigen. Zij zullen daartoe op beider verlangen de procedure bij het Hof Leeuwarden op de rol doorhalen.
3.
3. De vrouw en [de B.V. 2 van A] zullen de procedure bij het Hof Arnhem bekend onder nummer. 200.024.409. beëindigen. Zij zullen daartoe op beider verlangen de procedure bij het Hof Arnhem op de rol doorhalen.
4.
4. Partijen stellen vast dat de procedures die betrekking hebben op de alimentatie worden gecontinueerd.
Het betreft de procedures tussen de man en de vrouw bij de Rechtbank Leeuwarden bekend onder nummer 78675/06-1631 en bij het Hof Leeuwarden, bekend onder de nummers 06000215 en 070098, alsmede de procedure bij de Rechtbank Zutphen tussen de vrouw en [de B.V. 2 van A]. bekend onder nummer 67652 HA ZA 05-116.
Partijen komen overeen dat zij alle rechten en weren die zij in de tussen hen gevoerde procedures naar voren hebben gebracht desgewenst - echter uitsluitend voor zover relevant voor de alimentatieprocedures - aan kunnen voeren in de alimentatieprocedures. De in de andere (niet alimentatie)zaken gewezen vonnissen en arresten zullen geen rechtskracht hebben in de nog lopende alimentatieprocedures.
5. In het kader van de executie van een alimentatiebeschikking van de Rechtbank Leeuwarden van 18 april 2001 heeft de vrouw een bedrag van € 340.000,-- uitgewonnen, welke uitwinning door het vonnis van de Rechtbank Leeuwarden d.,d. 7 november 2007 ongedaan is gemaakt, daar de rechtbank genoemd uitgewonnen bedrag aan de vrouw heeft toegescheiden in het kader van de boedelscheiding. De man en de vrouw komen overeen dat tussen hen zal gelden dat de man geacht wordt nog geen partneralimentatie te hebben voldaan en de vrouw nog geen partneralimentatie te hebben ontvangen.
6. De man en de vrouw komen overeen de diverse boedelbestanddelen op een andere wijze te waarderen dan door de Rechtbank Leeuwarden in het vonnis van 7 november 2007 is vastgesteld. Dat geldt met name ten aanzien van de waardering van [de B.V. van A] Zij stellen in onderling overleg de waarde van deze onderneming per 31 december 1996 vast op een bedrag van € 770.000,—.
7. De man en de vrouw komen overeen dat de man wegens overbedeling aan de vrouw een bedrag van € 227.100,-- dient te betalen, inclusief actuariële rentevergoeding en wettelijke rente.
8. De man en de vrouw stellen het door de man aan de vrouw te vergoeden bedrag ter zake het door de vrouw aan de fiscus te betalen Box 2 (heffing aanmerkelijk belang belasting) ter zake van de aandelen [de B.V. van A] vast op een bedrag van verschuldigde AB ad € 96.250,--.
9. Op grond van artikel 4 en artikel 5 van deze vaststellingsovereenkomst dient de man in totaal aan de vrouw te betalen een bedrag van € 323.350,--.
10. De man zal uiterlijk binnen 5 dagen nadat mr. E.H. Schijven-Bours drie originele exemplaren van de door de vrouw ondertekende vaststellingsovereenkomst heeft ontvangen per koeriersdienst een bedrag ad (€ 227.100,- + € 96.250,-) = € 323.350,-- overmaken op de derdengeldenrekening van mr. H. Veldman bij de Rabobank bekend onder nummer [rekeningnummer] t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden Veldman Advocaten te Peize.
11. De vrouw zal, voor zover daar nog sprake van is, alle ten laste van de man gelegde
conservatoire- en executoriale beslagen opheffen en alle executoriale maatregelen
beëindigen.
Het betreft de navolgende beslagen:
Derdenbeslag onder Nationale Nederlanden -collectief pensioen
Derdenbeslag onder SVB
Derdenbeslag onder de Friesland Bank op tegoeden van [de B.V. van A]
Aandelen E.H.G. Holding B.V.
Certificaten van aandelen uitgegeven door de Stichting Aandelen Administratie kantoor [appellant] te [woonplaats 1] ter zake van haar aandeelhouderschap in het kapitaal van J.M. [appellant] Management Services B.V
Certificaten van aandelen uitgegeven door de Stichting Aandelen Administratie kantoor [appellant] te [woonplaats 1] ter zake van haar aandeelhouderschap in het kapitaal van [de B.V. 2 van A]
De vrouw zal nog dezelfde dag dat de betaling van de man ad € 323.350,-- is bijgeschreven op de derdengeldenrekening van mr. Veldman, de deurwaarder opdracht geven om omgaand alle gelegde beslagen op te heffen.
Partijen zullen ieder de eigen kosten van genomen executoriale maatregelen dragen.
12. Partijen zullen over en weer afzien van het vorderen van eventuele verbeurde dwangsommen.
13. De man en de vrouw zullen over en weer geen aanspraak maken op pensioenverevening conform de Wet VP van het door hen staande huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen en evenmin zullen zij aanspraak maken op pensioenverrekening conform het arrest van de Hoge Raad van 27 november 1981 (Boon/van Loon).
Gelet op het bepaalde in artikel 1:94 lid 4 BW, vallen de door hen opgebouwde pensioenrechten niet in het wettelijk deelgenootschap, waarin partijen zijn gehuwd. Voor het geval daar anders over zou kunnen worden gedacht, verklaren partijen dat de door de man opgebouwde ouderdomspensioenrechten aan hem en de door de vrouw opgebouwde ouderdomspensioenrechten aan haar worden toegedeeld, zonder nadere verrekening.
14. Partijen verlenen elkaar over en weer algehele en finale kwijting.
15. De partijen verklaren hierbij de tussen hen bestaande geschillen - met uitzondering van de alimentatieprocedures bij de Rechtbank Leeuwarden bekend onder nummer 78675/06/1631 en bij het Hof Leeuwarden, bekend onder de nummers 06000215 en 070098 en de procedure bij de Rechtbank Zutphen tussen de vrouw en [de B.V. 2 van A] bekend onder nummer 67652HA ZA 05/116 - naar genoegen te hebben opgelost en te dier zake over en weer niets meer van elkaar te vorderen te hebben en elkaar algehele en finale kwijting te verlenen.
16. Partijen verbinden zich deze overeenkomst noch geheel noch gedeeltelijk te zullen ontbinden op grond van enige tekortkoming in de nakoming daarvan. Nakoming zal steeds gevorderd kunnen worden, al dan niet met schadevergoeding."
Het voorstel dat de advocaat van
de vrouwnaar aanleiding hiervan aan de advocaat van de man heeft gezonden, luidt als volgt.
"(…)
De vrouw heeft zich bij de totstandkoming van deze vaststellingsovereenkomst laten bijstaan door haar advocaat mr. H. Veldman. De man en de vennootschap hebben zich bij de totstandkoming van deze vaststellingsovereenkomst laten bijstaan door hun advocaat mr. E.H. Schijven-Bours.
1. Ter beslechting van het tussen partijen bestaande geschil omtrent de boedelscheiding zullen door de man nog de navolgende bedragen aan de vrouw worden voldaan:
a. Een bedrag ad € 227.100 (zegge: tweehonderd en zeven en twintigduizend en honderd euro) wegens overbedeling, actuariële rente en door de man verschuldigde wettelijke rente;
b. Een bedrag ad € 96.250 (zegge: zes en negentigduizend en tweehonderd en vijftig euro) wegens door de vrouw mogelijk verschuldigde aanmerkelijk belangheffing;
Gelet op het hiervoorgaande zal door de man derhalve nog een bedrag aan de vrouw worden voldaan van totaal € 323.350 (zegge: driehonderd en drie en twintigduizend en driehonderd en vijftig euro).
2. Door betaling van het bedrag als bedoeld in punt 1a hiervoor worden tevens de door de man en de vrouw opgebouwde pensioenrechten binnen de besloten vennootschap [de B.V. van A]. tussen partijen als verevend beschouwd. De verevening van de overige pensioenrechten zal, zoals thans reeds het geval is, worden voortgezet conform de Wet verevening Pensioenrechten.
3. Met betrekking tot het bedrag als bedoeld onder punt lb hiervoor heeft te gelden dat partijen de waarde van de aandelen [de B.V. van A] per 31 december 1996 in afwijking van het vonnis d.d. 7 november 2007 vaststellen op € 770.000 (zegge: zevenhonderd en zeventigduizend euro).
4. Uiterlijk binnen vijf dagen nadat Mr. E.H. Schijven-Bours de originele vaststellingsovereenkomst in drievoud getekend door de vrouw heeft ontvangen per koeriersdienst, zal de man het bedrag ad € 323.350 (zegge: driehonderd en drie en twintigduizend en driehonderd en vijftig euro) voldoen middels overboeking daarvan op de derdenrekening van Mr. H. Veldman bij de Fortis Bank onder nummer [rekeningnummer] ten name van ‘Raethuys Advocaten’ te Peize.
5. Onverwijld na ontvangst van het bedrag ad € 323.350 (zegge:
driehonderd en drie en twintigduizend en driehonderd en vijftig euro) zal de vrouw de deurwaarder opdracht geven om alle uit hoofde van het vonnis d.d. 7 november 2007 gelegde executoriale beslagen opheffen. Het gaat daarbij om de navolgende (derden)beslagen:
het derdenbeslag onder Nationale Nederlanden betreffende pensioenrechten van de man;
het derdenbeslag onder de Sociale VerzekeringsBank (SVB) betreffende de Aow-uitkering van de man;
het beslag op de door de man gehouden aandelen betreffende de besloten vennootschap EHG Holding B.V.;
het beslag op de door de man gehouden certificaten van aandelen uitgegeven door de Stichting Aandelen Administratiekantoor ter zake van haar aandeelhouderschap in het kapitaal van de besloten vennootschap [de B.V. van A]
het beslag op de door de man gehouden certificaten van aandelen uitgegeven door de Stichting Aandelen Administratiekantoor ter zake van haar aandeelhouderschap in het kapitaal van de besloten vennootschap [de B.V. 2 van A]
;
Naast opheffing van voornoemde beslagen zal de vrouw indien en voor zover nog noodzakelijk - de deurwaarder opdracht geven om de executoriale verkoop betreffende de hiervoor genoemde aandelen en certificaten staken.
6. Onverwijld nadat betaling als bedoeld in punt 4 hiervoor heeft plaatsgevonden zullen partijen de beroepsprocedure bij het Gerechtshof Leeuwarden, aldaar bekend onder rolnummer 07-775, beëindigen en hun (proces)advocaten opdracht geven om deze procedure te laten doorhalen.
7. Onverwijld nadat betaling als bedoeld in punt 4 heeft plaatsgevonden zullen partijen en de vennootschap de beroepsprocedure thans aanhangig bij het Gerechtshof te Arnhem onder nummer 200024.409 beëindigen en hun (proces)advocaten opdracht geven de procedure door te halen.
8. Partijen stellen vast dat de navolgende procedures betreffende de partneralimentatie zullen worden voortgezet:
- De procedure thans aanhangig tussen partijen bij de Rechtbank
Leeuwarden onder zaak rolnummer 78675/FA ZA 06-1631;
- De gevoegde procedures thans aanhangig tussen partijen bij het
Gerechtshof Leeuwarden onder de nummers 06000215 en
070098;
- De procedure tussen de vrouw en de vennootschap thans
aanhangig bij de Rechtbank Zutphen onder zaak- rolnummer
67652 / HA ZA 05-116.
Partijen komen overeen dat zij alle rechten en weren die zij in de tussen hen gevoerde procedure(s) betreffende de boedelscheiding naar voren hebben gebracht desgewenst - echter uitsluitend en voor zover relevant - naar voren kunnen brengen in voornoemde alimentatieprocedures.
9. In het kader van de executie van de alimentatiebeschikking zoals deze op 18 april 2001 is gewezen door de Rechtbank Leeuwarden heeft de vrouw tot dusverre een bedrag geïncasseerd ten bedrage van € 340.000, zulks middels uitwinning van boedelbestanddelen op grond van daartoe gelegde executoriale beslagen, welke beslagen zijn gelegd ten titel van voormelde beschikking d.d. 18 april 2001. In het vonnis van 7 november 2007 heeft de Rechtbank Leeuwarden echter bepaald dat de door de vrouw uitgewonnen boedelbestanddelen aan haar worden toegescheiden in het kader van de boedelscheiding waardoor de vrouw per saldo derhalve geen partneralimentatie heeft ontvangen van de man. Aangezien partijen zijn overeengekomen de procedures betreffende de partneralimentatie te zullen voortzetten, komen zij in dat verband tevens nadrukkelijk overeen dat tussen hen als vaststaand zal gelden dat door de man geen partneralimentatie is voldaan en dus door de vrouw geen partneralimentatie is ontvangen.
10. Onder het voorbehoud dat de overeenkomst met betrekking tot de punten 4, 5, 6 en 7 correct wordt uitgevoerd, verlenen partijen elkaar met betrekking tot de boedelscheiding over en weer algehele en finale kwijting en zullen zij over en weer afzien van het vorderen van eventuele verbeurde dwangsommen.
11. Partijen verbinden zich deze vaststellingsovereenkomst noch geheel noch gedeeltelijk te zullen ontbinden op grond van enigerlei tekortkoming in de nakoming daarvan. Nakoming zal steeds gevorderd kunnen worden, al dan niet met schadevergoeding."