Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
2 juli 2013
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een geschil over de door de heffingsambtenaar vastgestelde waarde van een onroerende zaak, gelegen aan [a-straat 1] te [Z]. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 364.000, terwijl de belanghebbende, eigenaar van de onroerende zaak, deze waarde te hoog achtte en stelde dat de waarde € 287.000 zou moeten zijn. De zaak is ontstaan na een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, die het beroep van de belanghebbende ongegrond had verklaard. De belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Tijdens de zitting op 6 juni 2013 is de taxateur [A] namens de heffingsambtenaar verschenen, terwijl de belanghebbende niet ter zitting is verschenen. De heffingsambtenaar had eerder een taxatierapport overgelegd waarin de waarde van de onroerende zaak was onderbouwd. Het Hof heeft vastgesteld dat de onroerende zaak op de waardepeildatum, 1 januari 2010, nog niet volledig gereed was, maar dat de heffingsambtenaar voldoende rekening had gehouden met deze omstandigheid bij het vaststellen van de waarde.
Het Hof heeft de argumenten van de belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat de heffingsambtenaar zijn bewijslast had voldaan. De waarde van de onroerende zaak was volgens het Hof niet te hoog vastgesteld, en de eerdere uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De beslissing van het Hof werd op 2 juli 2013 in het openbaar uitgesproken, en er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.