ECLI:NL:GHARL:2013:6089

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 juli 2013
Publicatiedatum
15 augustus 2013
Zaaknummer
P13-0212
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • E.A.K.G. Ruys
  • A.R. van der Winkel
  • Y.A.J.M. van Kuijck
  • M.G.E. Tervoort
  • T. van Iersel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling na poging tot zware mishandeling in passagierstrein

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 10 april 2013, waarbij de terbeschikkingstelling van de verdachte werd verlengd met twee jaar. De verdachte was ter beschikking gesteld na een poging tot zware mishandeling van drie reizigers in een passagierstrein. De rechtbank had overwogen dat de terbeschikkingstelling niet was opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht was tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van personen. Het hof heeft echter vastgesteld dat de feiten, zoals beschreven in het vonnis, wel degelijk wijzen op een ernstige schending van de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het slaan van de slachtoffers met zijn vuisten, waarbij hij een riem met een gesp om zijn hand had gewikkeld, en had bovendien één van de slachtoffers tegen de borst getrapt. Dit leidde tot grote gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers en omstanders.

Tijdens de zitting op 20 juni 2013 heeft de raadsman van de terbeschikkinggestelde betoogd dat de verlenging van de terbeschikkingstelling beperkt zou moeten worden tot één jaar, zodat er binnen dat jaar kon worden onderzocht of terugkeer naar Roemenië mogelijk was. Het openbaar ministerie heeft echter gepleit voor een verlenging van de maatregel met twee jaar, gezien het hoge recidivegevaar en de noodzaak voor zorg en begeleiding van de terbeschikkinggestelde.

Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en is tot de conclusie gekomen dat de rechtbank op goede gronden heeft beslist. De terbeschikkingstelling is bevestigd voor de duur van twee jaar, met de aanbeveling dat de kliniek blijft onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor terugkeer naar Roemenië. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en de raadsheren, waarbij enkele leden buiten staat waren om te ondertekenen.

Uitspraak

TBS P13/0212
Beslissing d.d. 4 juli 2013
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[naam terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedatum],
verblijvende in [kliniek].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, van 10 april 2013, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • het verlengingsadvies van de[kliniek] van 15 januari 2013;
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 11 april 2013;
  • de aanvullende informatie van de [kliniek] van 3 juni 2013 en 17 juni 2013.
Het hof heeft ter zitting van 20 juni 2013 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.Y. Taekema, advocaat te 's-Gravenhage, en de advocaat generaal mr E.J. Julsing-Nijenhuis.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verlengingstermijn moet worden beperkt tot een jaar, zodat er binnen dat jaar getoetst kan worden of het voor de terbeschikkinggestelde mogelijk is om naar Roemenië terug te keren om daar in een geschikte instelling verder behandeld te worden. Mocht blijken dat terugkeer niet mogelijk is en de terbeschikkinggestelde niet overgedragen kan worden naar een psychiatrisch ziekenhuis in Roemenië, dan moeten er andere opties bekeken worden, aldus de raadsman.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Gelet op de ernst van de stoornis, het feit dat het recidivegevaar bij een eventuele beëindiging van de terbeschikkingstelling als hoog wordt ingeschat en het gegeven dat de terbeschikkinggestelde nog veel zorg en begeleiding nodig heeft, is voortzetting van de maatregel geïndiceerd. De advocaat-generaal heeft voorts erop gewezen dat het voor de terbeschikkinggestelde van belang is dat onderzocht wordt wat de mogelijkheden voor terugkeer naar Roemenië zijn. De advocaat-generaal heeft in het licht van deze omstandigheid geconcludeerd tot vernietiging van de beslissing van de rechtbank en tot verlenging van de maatregel voor de duur van een jaar.
Het oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van twee jaren. Daarom zal de beslissing, waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd, met verbetering van het volgende.
De rechtbank heeft in haar beslissing overwogen dat het vonnis waarbij de terbeschikkingstelling is opgelegd, niet inhoudt dat deze is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Het hof stelt echter vast dat dit wel het geval is, mede nu de rechtbank in dat vonnis het volgende heeft overwogen: “ Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan poging tot zware mishandeling van drie reizigers in een passagierstrein door hem met zijn vuisten te slaan waarbij hij een riem met een gesp om één van zijn handen gewikkeld had. Tevens heeft hij één van de aangevers tegen zijn borst getrapt. Volgens een omstander in de trein ging verdachte hierbij tekeer als een beest en spatte het bloed in het rond. Door aldus te handelen heeft verdachte de lichamelijke integriteit van de slachtoffers ernstig geschonden en grote gevoelens van angst en onveiligheid bij hen en de omstanders in de trein teweeg gebracht.”
Het hof acht het voorts van belang dat de kliniek haar inspanningen om de mogelijkheden van een terugkeer van de terbeschikkinggestelde naar Roemenië te onderzoeken, zal voortzetten.

Beslissing

Het hof:
Bevestigt, met verbetering van gronden als voormeld, de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 10 april 2013 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde [naam terbeschikkinggestelde].
Aldus gedaan door
mr E.A.K.G. Ruys als voorzitter,
mr. A.R. van der Winkel en mr Y.A.J.M. van Kuijck als raadsheren,
en drs. M.G.E. Tervoort en drs. T. van Iersel als raden,
in tegenwoordigheid van mr J.P. Fuchs-van Dis als griffier,
en op 4 juli 2013 in het openbaar uitgesproken.
Mr A.R. van der Winkel en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.