Uitspraak
van 20 augustus 2013
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
1. Te vernietigen het vonnis waarvan beroep en alsnog de vordering van [geïntimeerde] af te wijzen;2. [geïntimeerde] te veroordelen om al hetgeen [appellant] ter uitvoering van het bestreden vonnis aan [geïntimeerde] heeft voldaan aan [appellant] terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot de dag van terugbetaling;3. [geïntimeerde] te veroordelen in de kosten van beide instanties, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 10.000,-, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, één en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.4. De tenuitvoerlegging van het vonnis te schorsen".
3.Aanduiding van het geschil
- De lening hoeft pas van af de vijfde jaar (5 april 2013) na het contract te worden afgelost met maandelijkse termijnen van (nog af te spreken).
- De rente bedraagt 5% op jaarbasis en kan aan het einde van het jaar jaarlijks aan de lening verlener worden betaald. (…)"
"as repayment of a dept under Contract of EUR 50.000,00, executed on April 04, 2008, by and between [geïntimeerde] and me."
heeft een reconventionele vordering ingesteld, strekkende tot veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling aan [appellant] van € 11.000,-, indien de rechtbank besluit om de vordering in conventie geheel of gedeeltelijk toe te kennen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding.
4.De motivering van de beslissing in het incident
LJN: BC5012), voorop dat bij de beoordeling van dergelijke incidentele vorderingen geldt:
(a) dat de incidenteel eiser belang moet hebben bij de door hem verlangde schorsing van de executie,
(b) dat bij de in het licht van de omstandigheden van het geval te verrichten afweging van de belangen van partijen moet worden nagegaan of het belang van degene die de veroordeling verkreeg, zwaarder weegt dan dat van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand tot op het rechtsmiddel is beslist, en
(c) dat bij deze belangenafweging de kans van slagen van het aangewende rechtsmiddel in de regel buiten beschouwing moet blijven.
Daarnaast is volgens [appellant] sprake van een nieuw gebleken feit dat rechtvaardigt dat er van de eerdere beslissing van de rechtbank wordt afgeweken. [appellant] stelt daartoe dat de Armeense rechtbank een onderzoek heeft gelast naar de waarde van de datsja in 2008. Uit deze taxatie is gebleken dat de datsja destijds het dubbele waard was van het bedrag waarvoor [Z] beweert de datsja te hebben gekocht.
5.In de hoofdzaak
6.De beslissing
de rol van dinsdag 1 oktober 2013voor het nemen van memorie van antwoord;