ECLI:NL:GHARL:2013:6467
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Privégebruik van auto door werknemer en belastingheffing
In deze zaak gaat het om de vraag of de Inspecteur terecht het privégebruik van de auto’s van de werkgever D B.V. bij het loon van belanghebbende heeft geteld. Belanghebbende had over het jaar 2006 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen ontvangen, waarbij een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 55.431 was vastgesteld. De Inspecteur handhaafde de aanslag na bezwaar, waarop belanghebbende in beroep ging bij de rechtbank Leeuwarden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende hoger beroep instelde bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Tijdens de zittingen werd duidelijk dat belanghebbende in loondienst was bij twee werkgevers, [C] B.V. en [D] B.V., en dat hij in beide gevallen een auto ter beschikking had gekregen. De Inspecteur had een bijtelling voor privégebruik van de auto’s toegepast, wat belanghebbende betwistte. Hij stelde dat hij de auto’s voor minder dan 500 kilometer privé had gebruikt en dat hij geen verklaring van de belastingdienst had ontvangen voor het privégebruik.
Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat hij de auto’s voor minder dan 500 kilometer privé had gebruikt. De stelling dat hij een rittenadministratie had bijgehouden, maar dat deze verloren was gegaan door waterschade, werd niet als voldoende bewijs geaccepteerd. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de bijtelling voor privégebruik van de auto’s terecht was toegepast, waardoor het belastbare inkomen uit werk en woning op € 55.431 bleef staan. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard.