Uitspraak
[appellant],
[advocatenkantoor],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
van 7 december 2013
3.De beoordeling van het geschilProducties
grief Ibetoogt [appellant] dat [advocatenkantoor] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vorderingen, althans dat de civiele rechter niet bevoegd is van de vordering van
kennis te nemen. Volgens hem dient eerst een begrotingsprocedure te worden gevoerd, nu tussen partijen sprake is van een geschil over de hoogte van de declaraties.
grief IIvoert [appellant] aan dat de vordering van [advocatenkantoor] moet worden afgewezen omdat [advocatenkantoor] “ernstige wanprestatie” heeft gepleegd. Mr. Bustin is volgens [appellant] op diverse punten tekortgeschoten bij de uitvoering van de voor [appellant] verrichte werkzaamheden in het geschil met LNV. [appellant] heeft daardoor forse schade geleden, die hij in een afzonderlijke procedure wil vorderen.
De grief faalt.
grief IIIkomt [appellant] op tegen de beslissing van de kantonrechter ook de gevorderde contactuele rente en buitengerechtelijke kosten toe te wijzen. Volgens [appellant] zijn partijen de toepasselijkheid van algemene voorwaarden niet overeengekomen en heeft [advocatenkantoor] geen buitengerechtelijke kosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. [appellant] heeft er op gewezen dat [advocatenkantoor] hem ook ten onrechte een declaratie heeft gestuurd voor een gesprek over de verschuldigdheid van declaraties.
De beslissing
veroordeelt [appellant] om aan [advocatenkantoor] te betalen een bedrag van € 8.873,98 aan hoofdsom en van € 1.176,82 aan beslagkosten;
€ 1.815,- aan verschotten en op € 894,- voor geliquideerd salaris van de advocaat;
Dit arrest is gewezen door mr. H. de Hek, mr. M.E.L. Fikkers en mr. L. Groefsema en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag8 oktober 2013.