Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerden],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling van het geschil
€ 2.000,- betaald met als omschrijving “Fiscaal Advies en begeleiding 2007”.
a. [geïntimeerden] hebben de overeenkomst met [appellant] op goede gronden ontbonden;
b. De ontbinding van de overeenkomst leidt tot het ontstaan van een verbintenis tot ongedaanmaking van hetgeen op grond van de overeenkomst is gepresteerd. De vordering tot terugbetaling van [geïntimeerden] is op deze verbintenis tot ongedaanmaking gebaseerd;
c. De tussen partijen afgesproken werkzaamheden zijn niet door [appellant] verricht, maar door [accountant]. De werkzaamheden van [accountant] zijn niet betaald uit de door
[geïntimeerden] aan [appellant] gedane betalingen.
In hoger beroep dient er dan ook van te worden uitgegaan dat [geïntimeerden] aanspraak hebben op betaling door [appellant] van hetgeen [geïntimeerden] over de jaren 2005 tot en met 2008 (de vordering tot terugbetaling ziet niet op het jaar 2004) aan [appellant] hebben betaald.
grief Ikomt [appellant] op tegen dit oordeel.
- helemaal duidelijk is dat niet - , gaat dat betoog niet op, nu [appellant] niet voldoende gemotiveerd heeft gesteld dat een dergelijk inhoudelijk bezwaar, gelet op de richtlijnen van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 enige kans van slagen zou hebben gemaakt.
6.De beslissing:
en in zoverre opnieuw rechtdoende:
veroordeelt [appellant] om aan [geïntimeerden] te betalen een bedrag van € 13.212,- te vermeerderen met de wettelijke rente over € 13.236,- vanaf 22 september 2010 tot aan de dag van algehele voldoening;