Uitspraak
[appellante],
het Zorgkantoor,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
De rechtbank heeft het verweer van [appellante] bij vonnis terzijde geschoven, althans heeft dit niet bij haar besluitvorming betrokken. In dat kader is volgens [appellante] sprake van schending van het beginsel van hoor, en, nu het Zorgkantoor ook niet in de gelegenheid is gesteld om op de akte te reageren, schending van wederhoor.
Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad (zie o.a. HR 16 maart 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ1490) wordt de uitsluiting van hoger beroep in dit soort zaken niet doorbroken door, kort gezegd, de doorbrekingsgronden die in de rechtspraak zijn ontwikkeld in situaties waarin andere wetsbepalingen hoger beroep uitsluiten. Voor zaken als deze is cassatie (op grond van artikel 80 lid 1 RO) de aangewezen weg.
Er is dan ook geen reden om [appellante] ondanks het bepaalde in artikel 332 Rv ontvankelijk te achten.