Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 15 juli 2012 te [plaats], althans in het arrondissement Utrecht, opzettelijk en met voorbedachte rade, althans opzettelijk, [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk, met een vuurwapen één of meer kogel(s) in en/of door de borstkas, althans het lichaam, van die [slachtoffer] geschoten, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
hij op of omstreeks 15 juli 2012 te [plaats], althans in het arrondissement Utrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, althans met dat opzet, met een vuurwapen één of meer kogel(s) naar en/of in de richting van die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] heeft geschoten, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op of omstreeks 15 juli 2012 te [plaats], althans in het arrondissement Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer vuurwapens van categorie III, te weten een [(semi-)automatisch] pistool en/of munitie van categorie III, te weten een of meer patro(o)n(en) (kaliber.45), voorhanden heeft gehad.
hij op of omstreeks 16 juli 2012 te [plaats], althans in het arrondissement Utrecht, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 472,88 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram, van een materiaal bevattende een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hashish), zijnde hashish een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Vrijspraak feit 4
Bewezenverklaring
hij op
of omstreeks15 juli 2012 te [plaats],
althans in het arrondissement Utrecht, opzettelijk en met voorbedachte rade, althansopzettelijk, [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte
opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, althansopzettelijk, met een vuurwapen één
of meerkogel
(s)in
en/of doorde borstkas,
althans het lichaam,van die [slachtoffer] geschoten, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
hij op
of omstreeks15 juli 2012 te [plaats],
althans in het arrondissement Utrecht,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
opzettelijk en met voorbedachten rade, althansopzettelijk, [medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] van het leven te beroven,
met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, althansmet dat opzet, met een vuurwapen één of meer kogel
(s
) naar en/ofin de richting van die [medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] heeft geschoten, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op
of omstreeks15 juli 2012 te [plaats],
althans in het arrondissement Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,een
of meervuurwapens van categorie III, te weten een
[(semi-)automatisch
]pistool en
/ofmunitie van categorie III, te weten
een of meerpatro
(o)n
(en
)(kaliber.45), voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Beroep op noodweer
- [verdachte] is met een doorgeladen wapen (semi-automatisch en kaliber .45) in zijn hand uit de blauwe Seat Ibiza gekomen;
- Op enig moment is er uit een raam van de flat aan de [adres] te [plaats] geschreeuwd. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld wat de daadwerkelijke bewoordingen van het geschreeuw zijn geweest en wanneer [verdachte] dit geschreeuw gehoord heeft;
- Zowel [medeverdachte 1] als [medeverdachte 2] zijn bewapend als zij uit het portiek van de flat aan de [adres] komen. [medeverdachte 1] was in het bezit van een doorgeladen pistool kaliber 9mm;
- Op enig moment toen [verdachte] tegenover de drie personen stond, die uit de flat aan de [adres] te [plaats] naar buiten zijn gekomen, heeft hij iets geroepen, waarin tweemaal het woord “liggen” voorkwam. Op basis van de bewijsmiddelen zijn de precieze bewoordingen niet vast te stellen (in het dossier wordt zowel melding gemaakt van de woorden “ga liggen”, dan wel “laat liggen”, welke bewoordingen verschillend kunnen worden geduid).
- [verdachte] heeft tenminste eenmaal geschoten in de richting van de drie personen die uit de flat aan de [adres] te [plaats] naar buiten zijn gekomen;
- Toen [medeverdachte 1] voor de portiekdeur van de flat aan de [adres] te [plaats] stond, heeft hij tenminste eenmaal in de richting van [verdachte] geschoten;
- [slachtoffer] is om het leven gekomen door een kogel afkomstig uit het wapen van
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) jaren.
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
€ 11.913,15 (elfduizend negenhonderddertien euro en vijftien cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 11.913,15 (elfduizend negenhonderddertien euro en vijftien cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
94 (vierennegentig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
€ 3.992,00 (drieduizend negenhonderdtweeënnegentig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 3.992,00 (drieduizend negenhonderdtweeënnegentig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
49 (negenenveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.