Uitspraak
[appellant],
Exodus,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
bij arrest, bij voorraad uitvoerbaar, het vonnis dat door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Groningen, sector civiel onder zaaknummer 137876 op 21 december 2012 is gewezen, te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, geïntimeerde alsnog in haar inleidende vordering niet ontvankelijk te verklaren, dan wel haar inleidende vorderingen af te wijzen met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties".
3.De beoordelingOntvankelijkheid appel
Vaststaande feiten
De woning wordt door huurder gehuurd voor een periode van minimaal een jaar, met ingang van 14 september 2011.
- Bewoner zal accepteren dat de begeleiding van Exodus op huisbezoek komt.(…)
- Bewoner zal accepteren dat de begeleiding contact onderhoudt met andere hulpverleners indien aanwezig.(…)
- Bewoner gebruikt gedurende de begeleidingsperiode geen middelen.
- Controle op middelen accepteren.(…)
- Dagbesteding is verplicht.
- Bewoner zal de woning goed bewonen, schoon en opgeruimd houden.(…)”
2 augustus 2012 om 20:00 uur te melden bij het Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag (hierna: FPC). [appellant] heeft zich niet bij het FPC gemeld.
Procedure in eerste aanleg
Bespreking van de grieven
grief Ibetoogt [appellant] dat Exodus geen spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Het enkele feit dat hij sinds het einde van de huur- en begeleidingsovereenkomst de woning zonder recht of titel in gebruik heeft, is daartoe “natuurlijk” onvoldoende, aldus [appellant]. Het hof volgt [appellant] niet in dit betoog. Indien Exodus de overeenkomst met [appellant] terecht als beëindigd mocht beschouwen en [appellant] ook geen beroep kan doen op huurbescherming, zoals Exodus heeft aangevoerd, heeft [appellant] de aan hem verhuurde woning inderdaad zonder recht of titel onder zich en heeft Exodus alleen om die reden al spoedeisend belang bij de ontruiming van de woning. Het hof acht het, gelet op hetgeen in rechtsoverweging 3.2.1 is overwogen over de doelstelling van Exodus, aannemelijk dat Exodus er belang bij heeft dat indien haar samenwerkingspartners, zoals Stichting De Huismeesters, woningen aan Exodus beschikbaar stellen, deze woningen ook daadwerkelijk gebruikt worden ter verwezenlijking van de doelstelling van Exodus. Daarvan is geen sprake wanneer de beschikbaar gestelde woningen vervolgens worden gebruikt voor de huisvesting van ex-gedetineerden zonder dat van begeleiding van deze gedetineerden sprake is, tenzij deze begeleiding succesvol is afgerond. Nu de huurovereenkomst tussen Exodus en De Huismeesters is beëindigd, dient Exodus de woning zo spoedig mogelijk aan De Huismeesters ter beschikking te stellen. Ze heeft om die reden (ook in appel) dan ook belang bij de ontruiming van de woning door [appellant]. De grief faalt.
“ Op de vraag of hij weer begeleiding van Exodus zou willen accepteren, in zijnhuidige woning (mocht in kort geding worden beslist dat hij deze mag houden) danwel in de voorliggende woonvoorzieningen, antwoordt betrokkene ontkennend. Hijwil niks meer te maken hebben met Exodus.”[appellant] heeft niet gesteld dat zijn visie over de begeleiding door Exodus in het rapport onjuist is weergegeven. Hij heeft evenmin aangevoerd (eventueel onder voorwaarden) alsnog met begeleiding door Exodus te kunnen instemmen. Onder deze omstandigheden dient ervan te worden uitgegaan dat [appellant] de begeleiding van Exodus niet zal accepteren. Een ingebrekestelling is daarvoor niet vereist.
“ Op donderdagmiddag 02 augustus 2012 werd betrokkene in het kader van demeldplicht thuis bezocht door een medewerker van de reclassering. Tijdens hetgesprek sprak betrokkene onsamenhangend en maakte hij een afwezige indruk.De indruk bestond dat betrokkene, gezien de lichamelijke klachten waarmee hijkampt, kenmerken vertoonde van een beroerte dan wel dat betrokkene onderinvloed was van harddrugs.De medewerker van de reclassering heeft het gesprek beëindigd en is met eencollega teruggekomen om een inschatting te maken van de ernst van de situatie.[appellant] liet de reclassering toe in de woning waarop de reclassering betrokkenedoorvroeg op zijn klachten dan wel gemoedstoestand. Betrokkene reageerde verbaalagressief, sloeg met zijn vuisten op de deur en sommeerde de reclassering zijnwoning te verlaten. Daar, mede op grond van het tweede bezoek, het vermoedenbestond dat betrokkene onder invloed verkeerde van harddrugs en hij daarmee devoorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke Tbs-maatregel overtrad, hij zichverbaal agressief toonde richting de medewerkers van de reclassering en hen detoegang tot zijn woning ontzegde, heeft de reclassering na overleg met de Tbs-officier mevr. J. Brontsema te Groningen aan betrokkene de aanwijzing gegeven zich,in het kader van een time-out opname, op donderdag 02 augustus 2012 voor 20:00’s avonds te melden bij het FPC Dr. S. van Mesdag.”Gesteld noch gebleken is dat [appellant] op 2 augustus 2012, en nadien, contact heeft gehad met medewerkers van Exodus of dat medewerkers van Exodus anderszins betrokken zijn geweest bij de gebeurtenissen die tot hervatting van de dwangverpleging van [appellant] hebben geleid.
- Exodus is geen professionele verhuurder, maar een instelling met een reclasseringsdoel. Zij is ook geen eigenaar van de door haar aan [appellant] verhuurde woning, maar heeft die woning met het oog op de beschikbaarstelling ervan aan [appellant] van De Huismeesters gehuurd;
- in het huurcontract tussen De Huismeesters en Exodus is vermeld dat De Huismeesters de woning verhuurt in het kader van haar medewerking aan het project van Exodus: het verlenen van woonbegeleiding. Het verstrekken van de woning is dan ook een middel om het doel van Exodus - het (succesvol) verlenen van woonbegeleiding om ex-gedetineerden te laten terugkeren in de maatschappij - te realiseren;
- in de considerans van de huur- en begeleidingsovereenkomst is uitdrukkelijk vermeld dat het doel van de overeenkomst is om [appellant] te leren zelfstandig te wonen. Met het oog op dat doel wordt hem een woning ter beschikking gesteld en krijgt hij begeleiding. Het beschikbaar stellen van de woning wordt derhalve ook in deze overeenkomst als een middel, en niet als een doel op zich, gekarakteriseerd;
- de bijlage bij de huur- en begeleidingsovereenkomst bevat een groot aantal voorschriften die verband houden met de begeleiding door Exodus van [appellant]. In de overeenkomst is in artikel 2 tot uitdrukking gebracht dat het einde van de begeleiding leidt tot beëindiging van de overeenkomst;
- de huurovereenkomst met De Huismeesters en de huur- en begeleidingsovereenkomst zijn met ingang van dezelfde datum en voor gelijke duur aangegaan.
Gelet op deze omstandigheden overheerst het begeleidingselement zo sterk boven het huurelement dat de overeenkomst zonder de begeleiding niet denkbaar is.
€ 683,- aan verschotten en op € 894,- voor geliquideerd salaris van de advocaat;