4.10 Het hof oordeelt als volgt. Zowel voor de milieukundige begeleiding als voor de sanering zijn de prijsafspraken in de offertes van 9 juli 2008 vastgelegd (producties 1 en 2 bij inleidende dagvaarding). Anders dan SMD heeft gesteld, mocht zij uit deze offertes redelijkerwijs niet begrijpen dat voor de door Econsult c.s. te verrichten werkzaamheden een vaste aanneemsom was overeengekomen. Integendeel, in de offertes wordt immers vermeld dat de werkzaamheden worden berekend op basis van bestede tijd en gemaakte kosten met daaronder een opgave van dag-en stukstarieven voor een aantal onderdelen en voor overige zaken “afrekening op regie”. Slechts ten aanzien van een beperkt aantal werkzaamheden is een vast bedrag opgegeven.
Anders dan de rechtbank, is het hof evenwel van oordeel dat, nu de offerte voor de uitvoering van de sanering (en de offertes in samenhang moeten worden bezien) uitgaat van drie werkdagen (voor: Uitvoering sanering (graafmachine) en DLP-er), Econsult c.s. duidelijk richting hebben gegeven aan de totaal te declareren bedragen, zodat moet worden uitgegaan van een door hen afgegeven richtprijs. Ingevolge artikel 7:752 lid 2 BW mogen Econsult c.s. een dergelijke richtprijs met niet meer dan 10% overschrijden, tenzij zij SMD zo tijdig mogelijk voor de waarschijnlijkheid van een verdere overschrijding hebben gewaarschuwd, om haar de gelegenheid te geven het werk alsnog te beperken of te vereenvoudigen. SMD heeft, onder meer onder verwijzing naar hetgeen de heer [A] (directeur van Econsult c.s.) ter gelegenheid van de comparitie van partijen in eerste aanleg heeft verklaard, aangevoerd dat Econsult c.s. haar nimmer voor een prijsverhoging heeft gewaarschuwd. Econsult c.s. hebben dit betwist, maar zij hebben in dit verband niet aangevoerd dat zij SMD voor een prijsverhoging hebben gewaarschuwd.
Uit hetgeen de heer [A] ter comparitie heeft verklaard, kan naar het oordeel van het hof, anders dan SMD voorstaat, niet worden afgeleid dat Econsult c.s. hebben erkend dat niet voor een prijsverhoging is gewaarschuwd. [A] heeft in dit verband verklaard:
“Gaandeweg heeft de heer [B] meerdere malen extra bonnen besteld bij ATM. Hij moet dus hebben geweten dat er veel meer grond werd afgevoerd dan oorspronkelijk werd ingeschat (…). Ik weet niet of er opnieuw over de prijs is gesproken, toen bleek dat er meer grond vervuild was. Daarvan staat in ieder geval niets op schrift”.
Uit deze passage volgt dat [A] niet weet of er opnieuw over de prijs is gesproken; niet dat hij heeft erkend dat er geen waarschuwing voor een prijsverhoging heeft plaatsgevonden. Wel blijkt uit deze passage, evenals uit hetgeen Econsult c.s. in hun inleidende dagvaarding hebben aangevoerd en uit hetgeen tijdens het pleidooi bij het hof naar voren is gekomen, dat
[B] wist dat er meer grond werd afgegraven en afgevoerd. Zo hebben Econsult c.s. onweersproken gesteld dat [B] bijna dagelijks afvoerbonnen bij ATM heeft bijbesteld, nadat hij contact had gehad met de heer [C] (in dienst van Econsult c.s. en de contactpersoon voor SMD) over het verloop van de werkzaamheden.
[B] heeft ter comparitie voor zover van belang het volgende verklaard:
“Dat er meer verontreiniging bleek was voor mij een grote verrassing. Gaandeweg bleek dat er meer moest worden afgegraven, dan werd de nieuwe wand weer getest en vervolgens moest weer verder worden afgegraven. De sanering is wel zes of zeven keer verlengd. Ik kon maar één ding doen, blijven graven totdat het schoon was (…). [C] kwam telkens nadat een nieuw stuk was afgegraven met de analyses, We bespraken bijna dagelijks de stand van zaken. Hij heeft mij toen ook gezegd dat ik bonnen moest bijbestellen bij ATM. Dat heb ik meerdere keren gedaan. We hebben toen niet over kosten gesproken”.