ECLI:NL:GHARL:2013:BZ8750
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A.M. Koene
- H. de Hek
- R.A. Zuidema
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over opheffing beslag op banktegoeden en bedrijfsinventaris
In deze zaak gaat het om een executiegeschil tussen appellanten en geïntimeerde, waarbij appellanten vorderingen hebben ingesteld tot opheffing van beslag op banktegoeden en bedrijfsinventaris van geïntimeerde. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 23 april 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep, na een eerdere beslissing van de voorzieningenrechter in de rechtbank Oost-Nederland op 24 januari 2013. De voorzieningenrechter had toen de executiemaatregelen jegens geïntimeerde opgeheven, maar appellanten hebben hiertegen gegriefd. Het hof heeft de grieven van appellanten beoordeeld en vastgesteld dat er voldoende spoedeisend belang is voor de voortzetting van de executiemaatregelen. Geïntimeerde heeft aangevoerd dat zij de huurtermijnen heeft voldaan en dat de executie misbruik van bevoegdheid oplevert, maar het hof oordeelt dat deze argumenten niet opwegen tegen de belangen van appellanten. Het hof concludeert dat er geen termen zijn om de executie te schorsen of op te heffen, en wijst de vorderingen van geïntimeerde af. Tevens wordt geïntimeerde veroordeeld tot terugbetaling aan appellante 2 van hetgeen deze ter uitvoering van het bestreden vonnis heeft voldaan. De kosten van de procedure worden ook aan geïntimeerde opgelegd.