vaststaande feiten
3.2 Tegen de vaststelling van de feiten door de kantonrechter in rechtsoverweging 1 (1.1 tot en met 1.9) zijn geen grieven gericht, zodat ook in hoger beroep van deze feiten kan worden uitgegaan. Met wat verder is komen vast te staan, komen de feiten op het volgende neer.
3.2.1 Acantus heeft met ingang van 3 december 2011 de woning aan [adres] verhuurd aan [appellant] en zijn vriendin [X].
3.2.2 [appellant] en [X] hebben zich voorafgaand aan het sluiten van de huurovereenkomst schriftelijk akkoord verklaard met, voor zover hier van belang, onder meer het volgende:
“ (…)
Huurders zullen met inachtneming van artikel 9 lid 4 van de Algemene Huurvoorwaarden uitgave maart 2005 geen overlast of hinder aan hun buren of omgeving aandoen en zullen er zorg voor dragen dat zowel huurders als bezoekers geen overlast en hinder voor de buurt veroorzaken;
(…)
Bij het niet nakomen of het niet behoorlijk nakomen van een of meer voor de huurders uit deze overeenkomst of wet voortvloeiende verplichtingen, zal deze overeenkomst door een rechterlijke uitspraak ontbonden kunnen worden wanneer de verhuurster aan huurders schriftelijk zal hebben te kennen gegeven, dat zij deze ontbinding wenst te doen intreden. De huurders zullen in gebreke zijn door het enkel verloop van het enkele feit van de overtreding, niet-nakoming of niet-behoorlijke nakoming.
Huurders verklaren zich ervan bewust te zijn dat verhuurster hen een kans biedt en dat bij overtreding van een van de eerder vermelde afspraken verhuurster in een voorlopige voorziening bij de rechter ontbinding zal vragen en hen geen andere woonruimte meer zal worden aangeboden.
(…) ”
3.2.3 In artikel 9 van de Algemene Huurvoorwaarden van Acantus, welke deel uitmaken van de huurovereenkomst, staat, voor zover hier van belang, het volgende:
“ (…)
2. Huurder zal het gehuurde gedurende de huurtijd zelf bewonen en er zijn hoofdverblijf hebben.
(…)
5. Het is huurder uitdrukkelijk verboden in het gehuurde strafrechtelijke gedragingen te ontplooien waaronder het gebruiken, vervaardigen en/of verbouwen van drugs, zoals hennep, of andere activiteiten die op grond van de opiumwet strafbaar zijn gesteld. (…) ”
3.2.4 In de nacht van 16 augustus 2012 heeft er een vechtpartij plaatsgevonden voor de door [appellant] gehuurde woning. Daarna heeft er [plaats] een schietincident plaatsgevonden waarbij [appellant] en [X] betrokken waren.
3.2.5 [appellant] en [X] zijn vervolgens in voorlopige hechtenis geplaatst. De voorlopige hechtenis van [X] is op 22 november 2012 opgeheven.
3.2.6 Naar aanleiding de gebeurtenissen heeft er een huiszoeking plaatsgevonden in de door [appellant] en [X] gehuurde woning. Mevrouw [A] van de politie Groningen heeft naar aanleiding van die huiszoeking het volgende aan Acantus geschreven:
"N.a.v. meldingen van overlast is er door collega's van mij in de woning [adres] op 16 augustus 2012 in een van de slaapkamers een hennepplantage aangetroffen.
In de slaapkamer troffen ze aan:
3 moederplanten
10 half volwassen planten
15 stekjes.
Op de vliering lag de koolstoffilter etc."
3.2.7 [X] heeft op 18 september 2012 de huurovereenkomst opgezegd.
3.2.8 Er bestaat tot en met december 2012 een huurachterstand van € 1.797,79.
3.2.9 [appellant] heeft zich nimmer ingeschreven op het adres aan [adres].
3.2.10 Bij vonnis van 31 januari 2013 van de rechtbank Noord Nederland, locatie Groningen heeft de rechtbank de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden wegens een huurachterstand.