1. Ontstaan en loop van het geding
1.1 De heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaken A-straat 1 en A-straat 2 te Z, per waardepeildatum 1 januari 2010 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2011 vastgesteld op € 310.000 respectievelijk € 343.000. Tegelijk met deze beschikkingen zijn ook de aanslagen onroerende-zaakbelasting (OZB) voor het jaar 2011 vastgesteld.
1.2 Op de in één geschrift vervatte bezwaarschriften (hierna: het bezwaarschrift) van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar (hierna: de uitspraak op bezwaar) de vastgestelde WOZ-waarden voor het jaar 2011 verminderd tot € 279.000 (A-straat 1) en € 313.000 (A-straat 2). Ook heeft hij de aanslagen onroerende-zaakbelastingen dienovereenkomstig verminderd.
1.3 Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Utrecht (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij mondelinge uitspraak van 11 juli 2012 ongegrond verklaard.
1.4 Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
1.5 Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaak betrekking hebben alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
1.6 Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 april 2013 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, bijgestaan door zijn advocaat, alsmede M namens de heffingsambtenaar.
1.7 Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2. De vaststaande feiten
2.1 Belanghebbende is eigenaar van de verhuurde onroerende zaken gelegen aan de A-straat 1 en A-straat 2 in de wijk B te Z. De hoekwoning A-straat 1 is gelegen op een perceel van 179 m², heeft een inhoud van 255 m³ en is gebouwd in 1934. De hoekwoning A-straat 2 is gelegen op een perceel van 345 m², heeft een inhoud van 288 m³ en is gebouwd in 1935. Beide hoekwoningen worden hierna gezamenlijk aangeduid als: de onroerende zaken.
2.2 Bij deze onroerende zaken is sprake van achterstallig onderhoud. Blijkens een tweetal bouwtechnische rapporten opgemaakt door C, werkzaam bij C BV, bedragen de geprognosticeerde directe onderhoudskosten, naar het prijspeil op 6 december 2010, € 48.909 (inclusief omzetbelasting) voor A-straat 1 en € 62.772 (inclusief omzetbelasting) voor A-straat 2.
2.3 De heffingsambtenaar heeft de waarden van de onroerende zaken bij beschikkingen op grond van de Wet WOZ per waardepeildatum 1 januari 2010 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2011 vastgesteld op € 310.000 (A-straat 1) respectievelijk € 343.000 (A-straat 2).
2.4 Belanghebbende heeft tegen voormelde beschikkingen bezwaar aangetekend. De heffingsambtenaar heeft in zijn uitspraak op bezwaar de vastgestelde waarden verminderd tot € 279.000 (A-straat 1) en € 313.000 (A-straat 2).
2.5 Belanghebbende heeft tegen voormelde uitspraak op bezwaar beroep aangetekend bij de Rechtbank. In aanvulling op het bij de Rechtbank ingediende verweerschrift heeft de heffingsambtenaar een tweetal ongedateerde taxatierapporten, beide opgemaakt door M (werkzaam bij de gemeente Zeist) overgelegd. Hieruit blijkt dat de onroerende zaken op 1 januari 2010 door de taxateur gewaardeerd worden op de in de uitspraak op bezwaar verminderde waarden.
2.6 Beide taxatierapporten vermelden de waardeopbouw van de onroerende zaken en van referentiepanden, alle gelegen in de wijk B te Z en gebouwd in de jaren 1934 en 1935. Voor zover van belang luiden deze taxatierapporten als volgt:
adres Verkoop
datum Inhoud in m³ Prijs in € p/m³ Opper
vlakte Waarde bijgebouwen in € Waarde grond in € totaalwaarde in €
A-straat 1 237 489 179 Garage30.000
Aanbouw10.000
Berging 5.000
118.140 279.000