ECLI:NL:GHARL:2013:CA0477
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake rechtmatigheid verhoging zuiveringsheffing en ingezetenenheffing door waterschap Velt en Vecht
In deze zaak staat de rechtmatigheid van de verhoging van de zuiveringsheffing en de ingezetenenheffing door het waterschap Velt en Vecht ter discussie. De Heffingsambtenaar heeft aan de belanghebbende op 12 januari 2011 aanslagen opgelegd voor de jaren 2010 en 2011. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank Zwolle-Lelystad, die het beroep op 21 oktober 2011 eveneens ongegrond verklaarde. De belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Tijdens de zitting op 26 maart 2013 is de Heffingsambtenaar verschenen, terwijl de belanghebbende niet aanwezig was. Het Hof heeft de stukken van het geding en het proces-verbaal van de zitting in overweging genomen. De belanghebbende betwist de rechtmatigheid van de verhogingen van de heffingen, terwijl de Heffingsambtenaar deze verdedigt. Het Hof heeft vastgesteld dat de verhogingen van de heffingen met € 9 in 2010 en € 11 in 2011 niet leiden tot onredelijke en willekeurige belastingheffing.
Het Hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep gegrond is voor zover het de aanslag in de ingezetenenheffing betreft, omdat de rechtbank niet heeft beslist op de grieven van de belanghebbende tegen deze aanslag. Het Hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor een beslissing op het beroep inzake de ingezetenenheffing. Voor de aanslag in de zuiveringsheffing heeft het Hof de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Tevens is de Heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht aan de belanghebbende. Tegen deze uitspraak staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.