ECLI:NL:GHARL:2013:CA2301
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Wraking
- G. Mintjes
- W.L. Valk
- M. Barels
- Rechtspraak.nl
Toewijzing wrakingsverzoek tegen rechters in strafzaak
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juni 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de rechters H. Abbink, B.J.J. Melssen en J.P. Bordes. Het verzoek tot wraking werd ingediend door de verdachte, die ervan verdacht werd drie flesjes parfum te hebben gestolen bij V&D. Tijdens de zitting op 3 mei 2013 had de verdediging verzocht om het horen van drie getuigen, maar dit verzoek werd door de voorzitter van het hof afgewezen. De voorzitter oordeelde dat de verdachte wisselende verklaringen had afgelegd en dat het verzoek tot het horen van getuigen onvoldoende onderbouwd was, vooral omdat de verdachte niet ter zitting was verschenen.
De wrakingskamer overwoog dat de beslissing van het hof om het getuigenverzoek af te wijzen, in combinatie met de opmerking dat de verdachte een ongeloofwaardig verhaal had verteld, de vrees van de verzoeker voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakte. De reactie van de gewraakte rechters, waarin zij verwezen naar de justitiële documentatie van de verdachte, versterkte deze vrees alleen maar. De wrakingskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, maar dat in dit geval de omstandigheden uitzonderlijk waren.
Uiteindelijk besloot de wrakingskamer het verzoek tot wraking toe te wijzen, waarmee de rechters H. Abbink, B.J.J. Melssen en J.P. Bordes werden gewraakt. Deze uitspraak benadrukt het belang van de objectieve waarneming van onpartijdigheid in het strafproces en de noodzaak voor rechters om zich bewust te zijn van de impact van hun uitspraken op de perceptie van hun onpartijdigheid.