ECLI:NL:GHARL:2014:1197

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
18 februari 2014
Publicatiedatum
18 februari 2014
Zaaknummer
200.094.113-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van een nalatenschap en de stand van zaken in een verdelingsprocedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 februari 2014, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure over de verdeling van een nalatenschap. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.A. Pots, heeft de rechtbank verzocht om informatie te verstrekken over de huidige stand van zaken in een eerdere verdelingsprocedure die in 2005 aanhangig is gemaakt. De zaak is complex, met meerdere geïntimeerden, waaronder [geïntimeerde 1], [geïntimeerde 2], [geïntimeerde 3], [geïntimeerde 4], [geïntimeerde 5], [geïntimeerde 6] en [geïntimeerde 7], die in verschillende hoedanigheden betrokken zijn bij het geschil. De advocaten van de geïntimeerden zijn mr. M. Schuring, mr. C. van der Slikke en mr. J.F. Rouwé-Danes.

Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 24 september 2013 de appellant in de gelegenheid gesteld om bij akte de beslissingen en informatie over de procedure met zaaknummer 76950 HA ZA 05-103 in het geding te brengen. De appellant heeft op 22 oktober 2013 een akte uitlating genomen, waarin hij relevante stukken heeft overgelegd, waaronder de dagvaarding van 10 januari 2005 en het proces-verbaal van comparitie van 14 september 2005. Het hof heeft vastgesteld dat de procedure met zaaknummer 76950 HA ZA 05-103 nog niet is doorgehaald of teruggeplaatst op de rol, en dat de appellant belang heeft bij voeging met de onderhavige zaak.

Het hof heeft de appellant nogmaals in de gelegenheid gesteld om de huidige stand van zaken in de procedure te verduidelijken, met recente stukken, zoals een uittreksel van de roladministratie van de rechtbank Groningen. Het hof heeft aangegeven dat als de appellant hierin niet slaagt, er consequenties aan verbonden zullen worden. De zaak is aangehouden in afwachting van de akte van de appellant, die de informatie over de stand van zaken in de procedure moet verstrekken. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 18 februari 2014.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.094.113/01
(zaaknummer rechtbank Groningen 89346/ HA ZA 06-812)
arrest van de tweede kamer van 18 februari 2014
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant in het principaal hoger beroep,
geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
[appellant],
advocaat: mr. G.A. Pots, kantoorhoudend te Leeuwarden,
tegen

1.[geïntimeerde 1],

wonende te [woonplaats],
hierna:
[geïntimeerde 1],
in hoger beroep niet verschenen,

2. [geïntimeerde 2],

wonende te [woonplaats],
hierna:
[geïntimeerde 2],
advocaat mr. M. Schuring, kantoorhoudend te Groningen,

3. [geïntimeerde 3],

wonende te [woonplaats],
hierna:
[geïntimeerde 3],
advocaat mr. C. van der Slikke, kantoorhoudend te Groningen,

4. [geïntimeerde 4],

wonende te [woonplaats],
hierna:
[geïntimeerde 4],
advocaat mr. J.F. Rouwé-Danes, kantoorhoudend te Leeuwarden,

5. [geïntimeerde 5],

wonende te [woonplaats],
hierna:
[geïntimeerde 5],
niet verschenen,

6. [geïntimeerde 6],

wonende te [woonplaats],
hierna:
[geïntimeerde 6],
niet verschenen,

7. [geïntimeerde 7],

wonende te [woonplaats],
hierna:
[geïntimeerde 7],
niet verschenen,
geïntimeerden in het principaal hoger beroep,
[geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] zijn appellanten in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: [geïntimeerde 1] is eiseres en [geïntimeerde 2], [geïntimeerde 3], [geïntimeerde 4], [geïntimeerde 5], [geïntimeerde 6] en [geïntimeerde 7] zijn gedaagden,
hierna gezamenlijk te noemen:
[geïntimeerden]
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 24 september 2013 hier over.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
[appellant] heeft op 22 oktober 2013 een akte uitlating, tevens overlegging producties, genummerd 3 en 4, genomen. [geïntimeerde 4] en [geïntimeerde 2] hebben op 19 november 2013 ieder een antwoordakte genomen.
1.2
[geïntimeerde 3] heeft geen antwoordakte genomen. Tegen [geïntimeerde 3] is ambtshalve akte van niet dienen verleend.
1.3
Vervolgens zijn de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest en heeft het hof arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling

De door [geïntimeerde 4] en [geïntimeerde 2] genomen antwoordakten
2.1
[geïntimeerde 4] en [geïntimeerde 2] hebben beiden een antwoordakte genomen. Het hof heeft in voormeld tussenarrest onder 4.2 van dat tussenarrest beslist dat het hof geen acht zal slaan op de na de memorie van grieven van [appellant] gewisselde memories en akten. Dit betekent dat het hof de door [geïntimeerde 4] en [geïntimeerde 2] genomen antwoordakten niet in aanmerking zal nemen.
De akte van [appellant]
2.2
Het hof heeft bij voormeld tussenarrest [appellant] in de gelegenheid gesteld bij akte de beslissingen in/informatie over de procedure met zaaknummer 76950 HA ZA 05-103 in het geding te brengen. [appellant] heeft bij akte de dagvaarding d.d. 10 januari 2005 en het proces-verbaal van comparitie van partijen d.d. 14 september 2005 in die zaak overgelegd. Uit voornoemd proces-verbaal blijkt dat de zaak ter comparitie is verwezen naar de parkeerrol. [appellant] heeft aan de door hem overgelegde stukken de conclusie verbonden dat de procedure met zaaknummer 76950 HA ZA 05-103 nog niet is doorgehaald of teruggeplaatst op de rol en dat hij belang heeft bij voeging met de onderhavige zaak.
2.3
Het hof overweegt dat uit het door [appellant] overgelegde proces-verbaal van comparitie in eerste aanleg van 14 september 2005 niet blijkt dat die procedure
thansnog aanhangig is. Het hof zal [appellant] daarom nogmaals in de gelegenheid stellen het hof voor te lichten over de
huidigestand van zaken in die procedure aan de hand van recente stukken, zoals een recent uittreksel van de roladministratie van de rechtbank Groningen. Mocht in die procedure een vonnis zijn gewezen, dan dient [appellant] dat over te leggen en zich erover uit te laten welke conclusies hij hieraan verbindt.
2.4
In het geval dat [appellant] de huidige stand van zaken niet voldoende voor het voetlicht brengt, zal het hof hieraan de consequenties verbinden die het geraden acht.
2.5
In afwachting van de door (uitsluitend) [appellant] te nemen akte houdt het hof iedere verdere beslissing aan.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
verwijst de zaak naar de rol van
dinsdag 18 maart 2014teneinde (uitsluitend) [appellant] in de gelegenheid te stellen bij akte aan het hof informatie te verstrekken over de
huidigestand van zaken in de procedure met zaaknummer 76950 HA ZA 05-103;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. W. Breemhaar, B.J.H. Hofstee en G.K. Schipmölder en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 18 februari 2014.