Uitspraak
Countus,
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerden],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Ten aanzien van de feiten
4.De beslissing in eerste aanleg en de aanduiding van de grieven
het incidenteel appel.
I en II in principaal appel.
grief III in principaal appel.
5.De beoordeling van de grieven
Wel is het hof van oordeel dat de hiervoor onder 3.5 geciteerde factuur een sterke aanwijzing vormt dat een dergelijk advies wel is gegeven. Wat Countus ter rechtvaardiging van die nota alsnog heeft aangevoerd, overtuigt het hof vooralsnog in het geheel niet. Het hof ontleent aan die factuur dan ook het vermoeden dat het gewraakte advies wel is gegeven en zal Countus, overeenkomstig haar aanbod, toelaten tot het tegenbewijs dat deze factuur niet ziet op advies betreffende de verkoop van de bedrijfswoning en dat zij daarover rond april 2008 geen advies aan [geïntimeerden] heeft uitgebracht. Indien Countus niet slaagt in haar bewijsopdracht, staat vast dat zij rond april 2008 onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig heeft geadviseerd binnen de tussen partijen bestaande overeenkomst van opdracht, en dientengevolge schadeplichtig is. Bij hun incidentele appel hebben [geïntimeerden] alsdan geen belang meer.
6.De beslissing
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op
de roldatum van dinsdag 18 maart 2014, waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) vaststelt;
twee wekenvoor het getuigenverhoor zal plaatsvinden een kopie van het volledige procesdossier ter griffie van het hof doet bezorgen, bij gebreke waarvan de advocaat van [geïntimeerden] alsnog de gelegenheid heeft uiterlijk
één weekvoor de vastgestelde datum een kopie van de processtukken over te leggen;