2.4[geïntimeerde 1] heeft het volgende verklaard:
"
Ik heb [ex-partner] via de scouting leren kennen. Ik was toen iets van 16 jaar. Hij was als leidinggevende bij de scouting gekomen. We kregen een paar jaar later, 5 dagen voordat ik 19 werd, een relatie. Het was een energieke, vrolijke jongen; hij regelde veel, en nam vaak het voortouw. Hij was om het zo te zeggen, altijd een druk baasje. U vraagt of ik hem altijd heb vertrouwd, en dat was inderdaad zo: ik was heel erg verliefd op hem en wilde graag trouwen en een kind van hem krijgen.
In 1999 werkte hij al bij Qualino. Ik weet nog dat het toen een klein bedrijf was dat handelde in noten en zuidvruchten. Ik heb indertijd begrepen dat er twee directeuren waren, een secretaresse en [ex-partner] die alles samen deden. Hij woonde nog op een flatje in Amersfoort. Ik studeerde nog. Ik denk dat het ergens in 2000 was dat [ex-partner] mij vertelde dat het slecht ging met de gezondheid van één van de directeuren, [A]. Die zou op een gegeven moment als gevolg van een spierziekte moeten stoppen met werken. [ex-partner] vertelde dat hij was gevraagd om als partner in de zaak te treden. Hij zou beginnen met een beetje aandelen en daarna zou dat meer worden. Hij heeft hierover uitgebreide gesprekken gevoerd met zijn vader en meneer en mevrouw [B]. Zij organiseerden beurzen.
Ik weet nog dat ik bij de heer [A] op theevisite ben geweest. Hij en zijn vrouw woonden heel mooi in [plaats]. We hebben gesproken over mijn studie, ik heb met de hond gefrisbeed en we hebben erover gesproken dat [A] hosta's verzamelde. Dat weet ik er nog van. Aandelentransacties zijn die dag niet tussen ons aan de orde geweest; ik was 21 en studeerde op dat moment nog.
Gaandeweg kreeg [ex-partner] het steeds beter. Op een gegeven moment kreeg hij een lease-auto, verving hij zijn meubilair en ging hij kunst kopen. Ik had het idee dat hij partner was geworden van een snel groeiende onderneming.
In 2003 zijn we gaan samenwonen, nadat [ex-partner] in Amersfoort naar de wijk Kattenbroek was verhuisd. Hij had zijn woning mooi ingericht, met een grote keuken, zoals hij graag wilde. Hij werkte voor Qualino en ik had als journalist werk. We hadden het goed. Maar vrienden van ons hadden een vergelijkbaar uitgavenpatroon, met wintersport en eten buiten de deur.U vraagt mij wanneer alles veranderde. Dat was 16 september 2010. Ik was 7.5 maand zwanger en werkte nog. [ex-partner] belde naar mijn werk en vroeg hoe laat ik thuis zou komen. Ik vond dat een stomme vraag omdat hij wist dat ik na de uitzending naar huis zou gaan. Zelf was hij al thuis. Een maand daarvoor was zijn vader overleden. Ik vond de situatie raar en zei tegen een collega: het gaat toch niet helemaal goed. Ik denk dat ik ongeveer 5 uur 's middags thuis was omdat die collega zei dat ik maar beter kon gaan. Daar zat hij in zijn paardrijkleren in een stoel met een glas rosé naast zich. Hij zag eruit alsof hij net iemand had doodgereden. Ik was vrij snel in paniek. Hij vertelde dat hij was ontslagen. Dat begreep ik niet, want, zo zei ik, je bent toch directeur. Daarna vertelde hij dat hij had gelogen en dat hij dat eigenlijk niet was. Ik begreep het niet. Hij vertelde dat hij heel veel had gestolen en geld had vergokt, maar kon mij niet vertellen hoeveel. Op een gegeven moment wilde hij dat ik [C] zou bellen, maar dat wilde ik zelf niet. Ik kende hem niet. [ex-partner] belde daarna zelf met [C] en gaf me de telefoon. [C] vroeg of ik het al had gehoord en dat bevestigde ik. [C] wilde alles terug wat hij kwijt was geraakt en ik antwoordde dat ik niets had. Ik was eerlijk gezegd flabbergasted. Uiteindelijk vroeg [C] om mijn persoonlijke gegevens, zodat hij nog contact met me kon opnemen. De volgende ochtend heb ik hem gemaild.
U houdt mij voor dat ik niet uit mijzelf heb terugbetaald of iets teruggegeven en vraagt mij dat uit te leggen. Ik was 7.5 maand zwanger, [ex-partner] was nogal de weg kwijt en liet in een gesprek met mijn ouders het woord zelfmoord vallen. Hij is al snel opgenomen in een verslavingskliniek. Zelf mocht ik niet meer thuis blijven en ben ik bij mijn ouders gaan logeren. Mijn vader heeft nog gesprekken met [C] gevoerd, en al snel daarna werd beslag gelegd. Ik bleek te zijn getrouwd met iemand die ik niet kende. Snel na de bevalling heb ik om die reden een echtscheiding aangevraagd. Die bevalling wilde ik uitstellen totdat alles weer goed was, maar dat kon niet. Daardoor zijn allerlei complicaties opgetreden.
Ik heb veel gesprekken met mijn familie gevoerd over wat ik met de relatie moest, want [ex-partner] was wel de vader van mijn kind. Omwille van haar, [kind], is er wel contact. Bovendien had ik heel veel vragen die ik hem wilde stellen, dus we hebben inderdaad in de stad gewandeld en koffie gedronken. Het waren vragen als: waarom heb je mij nooit deelgenoot van je problemen gemaakt? Zijn antwoord daarop was dat hij bang was mij dan kwijt te raken. Ik vind het heel moeilijk om met kennis van nu op die tijd terug te kijken. Ik was namelijk echt heel gelukkig met hem, en achteraf is alles zo bizar. Ik snap veel dingen nog steeds niet en krijg van [ex-partner] op veel vragen ook geen antwoord.
Op dit moment heb ik werk en zorg ik voor mijn kind. Dat is wat ik nu doe: zorgen en werken. Mijn werk heeft de psycholoog voor mij geregeld en mijn familie ondersteunt mij. Eerlijk gezegd zijn er goede en slechte dagen. Op slechte dagen voel ik me opgejaagd, heb ik last van paranoia en ben ik soms fatalistisch. Als er een reorganisatie op het werk is, denk ik: ach, alles kan morgen toch anders zijn. Ik heb nu wel een huis. Daar ben ik blij mee, want op een gegeven moment had ik dat ook niet meer.
Op vragen van mr. Beekhuis antwoord ik het volgende.U vraagt mij naar het paard en de mini. Mijn buren zijn allebei jurist. Eén van hen is advocaat en met hen heb ik hierover gepraat. Ik was er stellig van overtuigd dat [ex-partner] snel zou worden gearresteerd. Mijn zorg was dat ik het dan financieel allemaal niet zou redden. Het paard kostte ongeveer € 450,- per maand. Dat moest dus weg. De managehouder, Patrick, heeft toen voorgesteld om het paard over te nemen, dat feitelijk niet veel waard was. Het was een gewoon recreatiepaard. Ik vond dat eigenlijk wel een goed idee omdat ik het paard dan nog kon zien en er niet meer de lasten van had. Maar ook toen zat nog steeds een gat in mijn financiën. Daarom heb ik met mijn buren over de auto overlegd. Die auto was deels door mij betaald na inruil van mijn polo. De rest van de koopsom had [ex-partner] betaald, volgens hem met in het casino gewonnen geld. Dat laatste heeft hij mij na 16 september verteld. De auto stond wel op mijn naam, en omdat het mijn auto was kon ik hem volgens de buren gewoon verkopen. Dat heb ik gedaan: de mini is verkocht aan een echtpaar dat graag zo'n auto voor hun dochter wilde.
Ik heb nooit loonstroken van [ex-partner] gezien. Hij heeft mij verteld dat hij als aandeelhouder maandelijks recht had op een managementfee en dat hij ervoor koos om daarnaast af en toe geld op te nemen of ervoor te kiezen dat in de zaak te laten zitten. Hetzelfde gold voor winstuitkeringen. Hij koos er bijvoorbeeld voor om een bonus uit te keren op het moment dat dat geld nodig was voor de aanleg van een tuin. Naar mijn idee organiseerde hij dit elke keer zoals het het beste uitkwam. Dat betekent dat het geld soms wel en soms niet op de gemeenschappelijke rekening werd gestort.
De afspraak was, uit mijn hoofd gezegd, dat ik maandelijks € 850,- in de gemeenschappelijke pot zou storten en hij € 1500,-. U moet mij op die bedragen niet vastpinnen. [ex-partner] betaalde vaak extra. Dat konden rechtstreekse betalingen zijn van Qualino op onze gemeenschappelijke rekening onder vermelding van een concreet bestedingsdoel. Ik vond dat niet vreemd omdat ik er immers vanuit ging dat hij als aandeelhouder die mogelijkheid had. Ik weet dat hijzelf ook een spaarrekening had, maar ik kan niet zeggen wat hij daarop spaarde.
U vraagt mij naar een opmerking van [C] over tegenvallende winst. Ik kan dat niet meteen plaatsen, maar het is wel zo dat hij daar achteraf iets over heeft gezegd. Dat was een reactie op mijn opmerking dat ik niet begreep hoe hij dit jaren lang heeft kunnen doen; hoe het kan zijn dat zijn collega's dit allemaal niet hebben gezien. Eén van zijn antwoorden was dat [C] wel eens over tegenvallende winstmarges had gesproken, maar daar ook toen geen onderzoek naar heeft gedaan.
Ik ben ervan uitgegaan dat [ex-partner] in 2000 aandeelhouder werd, en dat het eerst om een klein percentage ging. Bij de start heeft zijn vader hem geholpen met het krijgen van een lening bij de Rabobank. Het was de bedoeling, zo had ik begrepen, dat met de winst nieuwe aandelen zouden worden gekocht. Dat was ook in lijn met de ontwikkeling van het bedrijf.
U refereert aan e-mails van mij waar ik spreek over de zilvervloot en het goudkraantje. Achteraf vind ik die woorden ook verschrikkelijk om terug te lezen. Indertijd dacht ik echter dat [ex-partner] een bonus zou krijgen. Omdat die nog niet was overgemaakt, heb ik bedoeld hem op een humoristische manier aan te sporen.
Wat de gesprekken over de hypotheek betreft: ik werkte op een gegeven moment als redacteur bij [omroep] en wilde verslaggever worden. Daarvoor zouden we moeten verhuizen. Dit speelde in 2003. We zijn in [plaats] gaan kijken, waar we een leuk huis hebben gevonden dat ons erg aansprak. De gesprekken over de financiering heeft
[ex-partner] eerst zonder mij gevoerd met de Rabobank en daarna met de Hypotheker. Hij deed dat in overleg met mij, en uiteindelijk ben ik meegegaan naar de Hypotheker waar ik mijn salarisgegevens heb ingeleverd. Ze beschikten op dat moment al over de gegevens van
[ex-partner]. Ik zal in die tijd vast ook wel de offerte hebben gezien, maar dat kan ik mij echt niet meer herinneren. Het is wel zo dat ik mij later heb afgevraagd of ik toen niet al iets door had moeten hebben. Om die reden heb ik de koopakte teruggezocht. Daarin staat niet eens één beroep van ons genoemd. We hebben uiteindelijk een spaarhypotheek afgesloten waarin als inleg de winst is ingebracht van [ex-partner] door de verkoop van zijn huis. Die overwaarde is ook bij de notaris in een akte vastgelegd. Uiteindelijk kregen wij groen licht van de levensverzekeraar, nadat die eerst op medische bezwaren bij [ex-partner] was gestuit. Het is dus zo dat [ex-partner] mij heeft gezegd dat hij zelf eerst zijn gegevens heeft verstrekt. Zijn uitleg was dat zijn bonussen en zijn winst niet meegerekend konden worden omdat die variabel en onzeker waren.
We hebben huwelijkse voorwaarden gesloten omdat [ex-partner] aandeelhouder was. Als er iets mis zou gaan met het bedrijf, dan zou ik niet aansprakelijk zijn. Bovendien wilde hij ook niet dat ik recht zou hebben op een deel van het bedrijf als wij zouden scheiden. Bij de staat van aanbrengsten zijn de aandelen in Qualino inderdaad niet vermeld. Ik heb hem thuis gevraagd wat daar de reden van was, en later heeft de notaris dat ook gedaan. Zijn antwoord was dat Qualino, AVTO en VERSPA Deli zouden worden samengevoegd. Hij was zelfs bezig daarvoor een pand te zoeken. Het had volgens [ex-partner] dus geen zin om nog melding te maken van de aandelen Qualino. Zowel de notaris als ikzelf heeft dat op dat moment geloofd. De notaris heeft ook uitgelegd dat met de voorwaarden die wij sloten het niet nodig was om die aandelen te vermelden. Heel snel daarna is de bom ontploft.
Ieder van ons had een eigen rekening; ik had er één bij de Postbank, [ex-partner] bij de Rabo. Bij die laatste bank hadden wij ook een gezamenlijke rekening. In principe ging ons inkomen naar die laatste rekening, maar daarnaast hadden wij dus een eigen administratie. Voor de post geldt ook dat ik die opende als mijn naam erop stond. Van de gemeenschappelijke rekening betaalde ik bijvoorbeeld een aanslag van de gemeente.
Al voordat wij trouwden, zijn wij fiscaal partner geworden. U vraagt mij naar een definitieve belastingbeschikking en vraagt of ik die indertijd heb bestudeerd. Ik kan mij dat echt niet herinneren, al zal ik hem wel hebben ontvangen.
Een aantal keer is geld gepind onder de vermelding NSC Utrecht. Een keer of drie/vier is dat van de gemeenschappelijke rekening gegaan. Ik heb dat indertijd raar gevonden. Toen ik [ex-partner] daarnaar vroeg, was zijn reactie dat ik niet zo moest zeuren. Volgens hem stond die aanduiding voor station NS Centraal in Utrecht en betrof het bedragen die contant moesten worden afgerekend. Daar komt bij dat hij zich erop beriep dat die bedragen ook meteen weer (werden) teruggeboekt.
Ik heb gezien dat [ex-partner] niet alleen op maandagavonden in het casino is geweest maar ook op andere dagen. U vraagt of zijn afwezigheid mij niet is opgevallen. Ik werkte zelf fulltime als verslaggever op onregelmatige tijden en had bovendien mijn eigen sociale contacten. Ik heb gewoon nooit doorgehad dat [ex-partner] zo vaak weg is geweest. Ik wist trouwens wel dat hij af en toe naar het casino ging, volgens hem met [getuige 2].
Het klopt dat ik een universitaire studie heb afgerond: ik heb in Groningen Internationale Betrekkingen gestudeerd. Over die studie heb ik zes jaar gedaan. Ik weet waar u met die vraag naartoe wil en vraag het mij zelf ook af: hoe kan je er dan zo in worden geluisd. Ik heb het daar met mijn psycholoog vaak over. Die zegt dat een academische titel niet zoveel zegt. Ik was bovendien jong, en het gaat om een situatie waar je langzaam in groeit.
Op vragen van mr. Rinkel antwoord ik het volgende.Ik ben een paar keer in de fabriek van VERSPA Deli geweest in Maarssen. [ex-partner] had daarvan een sleutel. We kwamen daar om dingetjes op te halen, bijvoorbeeld voor een barbecue. Ik heb daar twee keer [getuige 2] gezien. Eén van die keren hebben wij elkaar uitgebreid gesproken toen wij daar een kopje thee dronken. Het gesprek ging onder meer over de verzameling Laurel en Hardy poppen van [getuige 2] die daar stond. Ik heb die dag ook een rondleiding gehad in de fabriek. [ex-partner] liep bij die gelegenheid rond als de directeur, zo hier en daar schouderklopjes uitdelend. Ik dacht in die tijd dat hij regelmatig in die fabriek was, maar inmiddels geloof ik dat het een dekmantel was voor zijn gokactiviteiten.
Ik ben met [ex-partner] een aantal keren op beurzen en in fabrieken in het buitenland geweest, bijvoorbeeld op beurzen in Nederland en België. In 2009, dat is het meest recent, zijn wij in drie fabrieken in Spanje geweest. Bij al die bezoeken gedroeg [ex-partner] zich ook als de directeur van Qualino. Die fabrieken hebben later monsters naar Nederland gestuurd.
De heer [A] heb ik één keer gezien en later nog een keer gebeld. Ik had een lijstje met vragen waar ik graag zijn reactie op wilde. In eerste instantie was hij bereid die te geven, later is hij daar op teruggekomen. [C] heb ik denk ik twee keer op kantoor gezien, één keer toen ik sleutels wilde ophalen. Ik heb hem toen niet uitgebreid gesproken."