Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
4 maart 2014
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Utrecht(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een bloemist tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die op 11 juli 2013 zijn beroep tegen de ambtshalve opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet ongegrond verklaarde. De bloemist had geen aangifte gedaan voor het jaar 2010, waarop de Inspecteur ambtshalve aanslagen oplegde. De bloemist betwistte de hoogte van de aanslagen en stelde dat hij in dat jaar verlies had geleden. De rechtbank oordeelde dat de aanslagen niet te hoog waren vastgesteld en dat de bloemist niet had aangetoond dat de aanslagen onjuist waren. Het Hof bevestigde het oordeel van de rechtbank en oordeelde dat de bloemist niet overtuigend had aangetoond dat de aanslagen onterecht waren. Het Hof wees erop dat de Inspecteur niet willekeurig had gehandeld en dat de schatting van het belastbare inkomen op € 20.000 redelijk was, gebaseerd op eerdere jaren. De bloemist had geen bewijs geleverd voor zijn stelling dat hij verlies had geleden, en het Hof concludeerde dat het hoger beroep ongegrond was.