ECLI:NL:GHARL:2014:1814

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 maart 2014
Publicatiedatum
6 maart 2014
Zaaknummer
200.134.054-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot verzet tegen eiswijziging in civiele procedure tussen [appellante] en Workrelax B.V.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een incident tot verzet tegen een eiswijziging in een civiele procedure. De zaak is gestart door [appellante], die tevens handelt onder de naam [X], tegen Workrelax B.V. Het hof heeft op 4 maart 2014 uitspraak gedaan in het incident. De procedure is voortgekomen uit een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waar [appellante] in eerste aanleg eiser was en Workrelax gedaagde. De vordering van [appellante] omvatte onder andere de betaling van parkkosten en een verbod voor Workrelax en haar medewerkers om toegang te hebben tot het park. Workrelax heeft bezwaar gemaakt tegen de vermeerdering van eis door [appellante]. Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de eiswijziging tijdig is gedaan en dat er geen strijd is met de eisen van een goede procesorde. Het bezwaar van Workrelax tegen de eiswijziging is dan ook afgewezen. De kosten van het incident zullen worden gereserveerd tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van Workrelax. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.134.054/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 411030\ CV EXPL 12-8259)
arrest van de tweede kamer van 4 maart 2014 in het incident tot verzet tegen de eiswijziging in de zaak van:
[appellante], tevens handelende onder de naam [X],
wonende te[woonplaats],
appellant, tevens verweerder in het incident,
in eerste aanleg: eiser in conventie en verweerder in reconventie,
hierna:
[appellante],
advocaat: mr. M.M. Kroone, kantoorhoudend te Alkmaar,
tegen
Workrelax B.V.,
gevestigd te Monster,
geïntimeerde, tevens eiseres in het incident,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,
hierna:
Workrelax,
advocaat: mr. D.L.A. van Voskuilen, kantoorhoudend te Rotterdam.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 12 november 2013 hier over.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
In dit tussenarrest heeft het hof een comparitie na aanbrengen gelast. Op eenparig verzoek van partijen heeft deze comparitie na aanbrengen geen doorgang gevonden en hebben partijen er voor gekozen om verder te procederen in hoger beroep.
1.2
Het verdere verloop van de procedure is als volgt:
- de memorie van grieven, met producties,
- de akte uitlaten wijziging eis.
1.3
De vordering van [appellante] luidt:
"(…)
uitvoerbaar bij voorraad:
het vonnis van 7 juni 2013 van de Rechtbank Noord-Nederland, sector kanton, locatie Leeuwarden waarvan [appellante] in beroep is gekomen (rolnummer 411030 CV EPL 12-8259) te vernietigen en opnieuw rechtdoende;
1. Workrelax uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen tot betaling van de parkkosten 2012, 2013 en 2014, vermeerderd met de contractuele rente van 1 % per maand tot een bedrag van € 50.903,35 en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum dagvaarding in hoger beroep tot aan de dag der algehele voldoening aan [appellante];
2. Workrelax uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 2.250,00 aan [appellante];
3. aan Workrelax en al haar medewerkers op te leggen, indien zij niet binnen 7 dagen na betekening van het onder sub 1 van dit petitum te wijzen arrest over gaat, een algeheel toegangsverbod alsmede een afsluiting van de algemene voorzieningen gas, water, elektra, kavel, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per overtreding per dag dat de overtreding voort duurt tot een maximum van € 50.000,00;
4. Workrelax uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen in de kosten van de procedure in eerste aanleg en deze procedure."
1.4
Workrelax heeft bij akte bezwaar gemaakt tegen de vermeerdering van eis, met het verzoek [appellante] in zijn vermeerdering van eis niet-ontvankelijk te verklaren, althans dit deel van de vordering af te wijzen, met veroordeling van [appellante] in de kosten van de procedure.
1.5
Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest in het incident overgelegd en heeft het hof arrest in het incident bepaald.

2.De beoordeling

In het incident
2.1
Volgens rechtsoverweging 2.1 van het bestreden vonnis is [appellante] eigenaar van het [X] te [plaats], hierna: het park, dat is onderverdeeld in 220 kavels. Workrelax is eigenaar van een aantal van deze kavels.
2.2
[appellante] heeft Workrelax op 3 november 2012 voor de kantonrechter te Leeuwarden gedagvaard en heeft na vermeerdering van eis - samengevat weergegeven - gevorderd dat Workrelax wordt veroordeeld tot betaling aan hem van € 11.649,46, wegens niet betaalde parkbijdragen en overige kosten over het jaar 2012, vermeerderd met contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten, en met veroordeling van Workrelax in de kosten van de procedure.
2.3
Workrelax heeft in reconventie gevorderd voor recht te verklaren dat zij de parkbijdrage naar rato verschuldigd is voor die dagen waarop de kavels daadwerkelijk worden gebruikt en [appellante] te veroordelen om haar, althans haar huurders, onbelemmerd toegang te verschaffen tot haar kavels en de openbare voorzieningen op het park, op straffe van een dwangsom, met veroordeling van [appellante] in de kosten van de procedure in reconventie.
2.4
Bij het bestreden en voovonnis heeft de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, de vorderingen in conventie toegewezen tot een bedrag van € 408,02 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 27 juli 2012 tot aan de dag van algehele voldoening, waarbij de proceskosten aldus zijn gecompenseerd dat iedere partij de eigen kosten draagt. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. De vorderingen in reconventie zijn toegewezen, met dien verstande dat aan de te verbeuren dwangsommen een maximum van € 25.000,- is verbonden, waarbij [appellante] is verwezen in de proceskosten in reconventie.
2.5
[appellante] heeft bij memorie van grieven zijn vordering aldus vermeerderd dat hij thans tevens de volgens hem over de jaren 2013 en 2014 verschuldigde parkkosten vordert, alsmede een algeheel parkverbod voor Workrelax en haar medewerkers en de algehele afsluiting van haar/hen van de algemene voorzieningen op het park. Daarnaast heeft [appellante] de grondslag voor de door hem gevorderde parkkosten aangevuld.
2.6
Workrelax heeft in haar akte geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van [appellante] in zijn vermeerdering van eis, althans afwijzing van dit deel van de vordering.
2.7
Het hof overweegt dat op grond van art. 130 lid 1 Rv in samenhang met art. 353 lid 1 Rv [appellante] de bevoegdheid heeft zijn eis of de gronden daarvan te wijzigen. Deze bevoegdheid is in hoger beroep in die zin beperkt dat de eiswijziging (behoudens hier niet ter zake doende uitzonderingen) niet later dan bij memorie van grieven of antwoord dient plaats te vinden (HR 23 september 2011, ECLI:NL:HR:2011: BQ7064). De eiswijziging is dus tijdig gedaan.
2.8
De toelaatbaarheid van een eiswijziging moet mede worden beoordeeld in het licht van de herstelfunctie van het hoger beroep. De grenzen van het toelaatbare worden echter overschreden indien de eiswijziging leidt tot onredelijke vertraging van het geding en/of tot onredelijke bemoeilijking van de verdediging.
2.9
Workrelax is in haar akte inhoudelijk ingegaan op de gewijzigde eis van [appellante]. Zij heeft niet gesteld dat de vermeerdering van eis en de wijziging van de grondslag van de vordering van [appellante] in strijd zijn met de eisen van een goede procesorde, noch is dit het hof ambtshalve gebleken.
2.1
De conclusie luidt dat het bezwaar tegen de eiswijziging wordt verworpen. Het hof zal derhalve in hoger beroep recht doen op de gewijzigde eis van [appellante].
2.11
De beslissing omtrent de kosten van het incident zal worden gereserveerd tot de einduitspraak.
In de hoofdzaak
2.12
De (hoofd)zaak zal naar de rol worden verwezen voor voortprocederen.

3.De beslissing

Het hof
in het incident
wijst het bezwaar van Workrelax tegen de eiswijziging van [appellante] af;
bepaalt dat over de kosten van het incident zal worden beslist bij einduitspraak in de hoofdzaak.
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van
dinsdag 15 april 2014voor memorie van antwoord aan de zijde van Workrelax.
Dit arrest is gewezen door mr. M.W. Zandbergen, mr. M.E.L. Fikkers, en mr. B.J.H. Hofstee en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 4 maart 2014.