Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
tweede griefhiermee overeenstemt slaagt hij, voor het overige faalt hij.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de afwijzing van een vordering tot schadevergoeding door de benadeelde partij, aangeduid als appellante. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 6 februari 2011, waarbij de appellante stelt dat zij door de geïntimeerde en diens echtgenoot is mishandeld. De appellante heeft in hoger beroep het eigenschuldverweer van de geïntimeerde gemotiveerd betwist, waarbij zij aanvoert dat zij geen aanleiding heeft gegeven tot de mishandeling. De appellante heeft verklaard dat zij door de echtgenoot van de geïntimeerde in haar gezicht is geslagen en vervolgens door de geïntimeerde is mishandeld. Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerde niet heeft aangetoond dat de appellante een eigen aandeel had in het incident, waardoor het beroep op eigen schuld werd verworpen.
Het hof heeft de vorderingen van de appellante ter zake van materiële en immateriële schade toegewezen tot een bedrag van € 456,32. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij de eigen kosten draagt. Het arrest is uitgesproken op 1 april 2014 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij de rechters J.H. Kuiper, H. de Hek en L. Groefsema betrokken waren. Het hof heeft het vonnis van de politierechter van 14 november 2011 vernietigd voor zover de vordering van de benadeelde partij was afgewezen en heeft de geïntimeerde veroordeeld tot betaling aan de appellante.