Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/kantoor Groningen(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
.Hiertegenover heeft eiser, die stelt dat de woning voor zelfbewoning was bestemd, niets naar voren gebracht om zijn stelling te ondersteunen. De rechtbank hecht geen geloof aan eisers verklaring ter zitting dat de precaire financiële situatie hem dwong het huis aan de [b-straat] 11 te [Z], dat volgens eiser nog niet was afgebouwd, te verkopen. De rechtbank wijst in de eerste plaats op de aanbiedingstekst, weergegeven onder 1.6, die geen indicatie biedt voor eisers stelling dat de renovatie nog niet voltooid was. Bovendien acht de rechtbank het onwaarschijnlijk dat, indien (dreigend) geldgebrek eiser tot de verkoop van de [b-straat] 11 te [Z] zou hebben bewogen, hij slechts vier maanden daarna opnieuw grote financiële verplichtingen aangaat voor de aankoop van de woning te [O].