Uitspraak
[appellante],
Gemeente Meppel,
de Gemeente,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
verzoekt het hof het vonnis van de rechtbank Assen, sector civiel recht, van 10 oktober 2012 te vernietigen en, opnieuw recht doende:4.1. te verklaren voor recht dat de gemeente jegens [appellante] aansprakelijk is voor de schade aan het pand van [appellante] als gevolg van de eind 2007 in opdracht van de gemeente uitgevoerde werkzaamheden;4.2.primairte verklaren voor recht dat de gehele schade van [appellante] veroorzaakt kan zijn door de zettingen die het gevolg zijn van de bronbemaling ten behoeve van de aanleg van het nieuwe riool in 2007 en dat de gemeente ingevolge artikel 6:99 BW aansprakelijk is voor de gehele schade van [appellante] als gevolg van deze en voorafgaande zettingen;subsidiairte verklaren voor recht dat de gemeente aansprakelijk is voor de schade die [appellante] als gevolg van de zettingen heeft geleden en uit hoofde daarvan ten minste 75% van de gevolgen dient te dragen;4.3. de gemeente te veroordelen tot betaling aan [appellante] van EUR 88.367.73, vermeerderd met de wettelijke rente over een deel groot EUR 37.114,24 vanaf 10 mei 2011 en over een deel groot EUR 51.262,49 vanaf 1 juni 2012;4.4. de gemeente te veroordelen in de kosten van het geding in beide instanties en te bepalen dat deze bedragen binnen veertien dagen na de dag van het arrest moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd is vanaf de 15e dag na de uitspraak;4.5. de gemeente te veroordelen in de nakosten ten bedrage van € 131,00, vermeerderd met € 68,00 voor het geval het arrest is betekend en die betekening noodzakelijk is geweest;4.6. het arrest uitvoerbaar bij voorraad te verklaren bij voorraad ten aanzien van de gevraagde beslissingen in de punten 4.3 tot en met 4.5 hiervoor.
De tussen partijen vaststaande feiten
grief Idie is gericht tegen de vaststelling door de rechtbank onder 2.6, inhoudend dat [expertisebureau] (in haar hoedanigheid van schade-expert van de betrokken verzekeraar) aan de advocaat van [appellante] bericht dat de betrokken verzekeraar alleen aansprakelijkheid erkent voor schade die is ontstaan tijdens of direct na de uitgevoerde werkzaamheden in 2007 - niet gegriefd, noch is daartegen anderszins bezwaar gemaakt. Aldus gaat ook het hof van deze feiten uit. Rekening houdend met grief I gaat het daarbij om het volgende.
) maak ik op dat uw opdrachtgever aansprakelijkheid erkent voor alle schade die het gevolg is van zettingen in het bedrijfspand, in verband met de bemalingswerkzaamheden van de gemeente Meppel te behoeve van de riolering aan [adres].
Het geschil en de beslissing van de rechtbank
De motivering van de beslissing
rieven III en IVzijn gekeerd tegen rechtsoverwegingen 4.17 tot en met 4.19 van het bestreden vonnis, inhoudend (kort gezegd) dat [appellante] onvoldoende heeft beargumenteerd dat de gemeente onvoldoende maatregelen heeft genomen om schade te voorkomen. Met
grief Vwordt bezwaar gemaakt tegen rechtsoverweging 4.20 van het bestreden vonnis, welke overweging inhoudt dat de gemeente niet krachtens artikel 6:171 BW jegens [appellante] aansprakelijk is.
die het gevolg is van extra trillingen in 2007, maar de reactie van [appellante] is inadequaat. Zij heeft zich beroepen op artikel 6:99 BW, maar die bepaling ziet op schade die het gevolg kan zijn van twee of meer gebeurtenissen voor elk waarvan een andere (rechts)persoon aansprakelijk is en vaststaat dat de schade door ten minste één van deze gebeurtenissen is ontstaan. Die situatie doet zich in het onderhavige geval niet voor, aangezien de eerdere schade aan het bedrijfspand niet is veroorzaakt door de in opdracht van de Gemeente uitgevoerde werkzaamheden zoals de Gemeente met juistheid heeft aangevoerd (conclusie van dupliek onder 4.1). De juridische grondslagen die in de grieven III en IV naar voren worden gebracht, zijn pas relevant indien en voor zover sprake is van schade die haar oorzaak vindt in de trillingen van 2007. Pas in dat geval wordt relevant of de gemeente aansprakelijk is voor elke schade die in 2007 is ontstaan of alleen voor schade die uitsluitend het gevolg is van een fout van de Gemeente als toezichthouder en die is veroorzaakt door te weinig voorzorgsmaatregelen (in tegenstelling tot schade die het onafwendbaar gevolg zou zijn van het werk aan het riool, goede voorzorgsmaatregelen of niet) en of artikel 6:171 BW van toepassing is. [appellante] heeft echter - hoe dan ook - niet vermeld welke schade door de desbetreffende gebeurtenissen in 2007 is ontstaan. Aldus kan in het middel blijven of de gemeente jegens [appellante] aansprakelijk is, zodat het hof aan bewijslevering door [appellante] niet toekomt. Daarmee falen de grieven III en IV.
de Gemeente- en niet [appellante] - daartoe heeft verzocht, dit voor appellant [appellante] bepaald niet sterker: [appellante] vertegenwoordigt immers niet de gemeente.
13 mei 2014.