Uitspraak
1.[appellante 1],
[appellante 1],
[appellante 2],
[appellanten],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
(…) te vernietigen de vonnissen van de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Deventer d.d. 31 mei 2012 en 12 juli 2012 (…) en, opnieuw rechtdoende, bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, de toegewezen vordering van eiser in eerste aanleg alsnog af te wijzen en voorts met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties.”
MET CONCLUSIE IN HET PRINCIPAAL APPEL: dat het Uw Gerechtshof moge behagen, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, om [appellante 1] niet ontvankelijk te verklaren in haar Hoger Beroep, althans de grieven van [appellante 1] af te wijzen en de vonnissen van de kantonrechter te Deventer van 31 mei 2012 en 12 juli 2012 te bekrachtigen, behoudens en voor zover in het incidenteel appel door Uw Gerechtshof wordt hersteld dan wel verbeterd, zulks met veroordeling van appellanten in de kosten van het Hoger Beroep.
2.De vaststaande feiten
Geachte [geïntimeerde].
Geachte [geïntimeerde].
3.De vordering en de beoordeling in eerste aanleg
Gelet op het vorenstaande, en op hetgeen reeds is overwogen en beslist in het tussenvonnis, zullen [appellanten] dan ook veroordeeld worden om aan [geïntimeerde] te betalen een bedrag van € 49.770,46, vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand over € 32.520,- vanaf 6 december 2011 tot de dag der algehele voldoening.”
(…) veroordeelt [appellanten] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tegen bewijs van kwijting aan [geïntimeerde] te betalen een bedrag van € 49.770,46, vermeerderd met dewettelijke rente(onderstreping hof)
over € 32.520,00 vanaf 6 december 2011 tot de dag van algehele voldoening
4.De grieven en de beoordeling in hoger beroep
grief I in principaal appelkomen [appellanten] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat hun beroep op misbruik van omstandigheden, en daarmee hun beroep op partiële vernietiging, faalt.
verholen grief, in die zin dat [appellanten] ook de vaststelling van de achterstallige huur over de jaren 2009 en 2010 aanvechten (memorie van grieven in principaal appel, pagina 6, laatste alinea).
Ten onrechte heeft de kantonrechter het bedrag van € 6.860,46 aan contractuele rente tot en met ondertekening van de huurovereenkomst d.d. 17 december 1998 betaalde waarborgsom."
Huurder zal tot naleving van deze overeenkomst bij ondertekening een waarborgsom betalen van twee maanden huur. Bij terugstorting van de waarborgsom zal geen rente worden vergoed.”
grieven I en II in incidenteel appelzien op de in het vonnis van 12 juli 2012 toegewezen rente en lenen zich voor gezamenlijke behandeling.