Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
grief Ibezwaar maakt tegen onjuiste c.q. onvolledige feitenvaststelling, heeft hij niet toegelicht wat er onjuist zou zijn aan de door de kantonrechter vastgestelde feiten. Het hof neemt die vaststelling hierna onder 3.2 dan ook over, voor zover in hoger beroep van belang. Onder 3.3 en 3.4 vult het hof deze feiten aan met wat in hoger beroep als vaststaand heeft te gelden, mede gelet op de inhoud van overgelegde en niet weersproken stukken.
4.De vordering en beoordeling daarvan in eerste aanleg
5.De beoordeling in hoger beroep
"met ingang van 19 dan wel (gelet op de afspraak dat de eerste drie dagen op proef waren - quod non) met ingang van 22 november 2014(het hof leest: 2013)
op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst is getreden"tegen € 12,- bruto per uur met een arbeidsomvang van 53,5 uren per week, ofwel € 2.782,- bruto per maand. [appellant] blijft erbij dat het dienstverband niet is geëindigd en dat hij nog steeds bereid is de overeengekomen werkzaamheden te verrichten.