Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Veendam(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat centraal of de heffingsambtenaar tijdig uitspraak heeft gedaan op de bezwaarschriften van belanghebbende tegen legesnota's. De legesnota's betroffen kosten voor het verkrijgen van bouwvergunningen in twee fasen. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de legesnota's, maar de heffingsambtenaar handhaafde deze bij uitspraken op bezwaar. De rechtbank Leeuwarden verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende hoger beroep instelde.
De heffingsambtenaar stelde dat de beslistermijn voor de bezwaarschriften correct was verlengd en dat de uitspraak tijdig was gedaan. Belanghebbende betwistte dit en voerde aan dat de heffingsambtenaar geen verlenging had mogen toepassen, omdat het bezwaarschrift niet in de laatste zes weken van het kalenderjaar was ingediend. Daarnaast stelde belanghebbende dat de leges niet gerechtvaardigd waren, omdat de vergunning van rechtswege was verleend en niet alle diensten waren verstrekt.
Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar wel degelijk bevoegd was om de beslistermijn te verlengen en dat de uitspraak op de bezwaarschriften tijdig was gedaan. Het Hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en oordeelde dat de leges terecht waren geheven, aangezien de aanvraag in behandeling was genomen, ook al was de vergunning van rechtswege verleend. De conclusie was dat het hoger beroep ongegrond was en dat er geen termen waren voor een veroordeling in de proceskosten.