Uitspraak
de man,
de vrouw,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de niet-tijdige betaling van griffierecht door de appellant, een man die in financiële problemen verkeert. De man had zijn griffierecht van € 308,- niet binnen de gestelde termijn van vier weken na indiening van het beroepschrift voldaan. De advocaat van de man, mr. E.J.A. van Leuveren, voerde aan dat de oorspronkelijke nota voor het griffierecht niet was ontvangen en dat de man een beroep wilde doen op artikel 282a lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), omdat zijn financiële omstandigheden hem belemmerden om het griffierecht te betalen. Het hof oordeelde dat het argument van de niet-ontvangen nota niet opging, aangezien de advocaat geacht werd te weten dat het griffierecht tijdig moest worden voldaan, ongeacht het ontvangen van een nota.
Het hof ging verder in op de vraag of het griffierecht een wezenlijke belemmering vormde voor de toegang tot de rechter, zoals gewaarborgd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De man had gesteld dat zijn bijstandsuitkering en de beslaglegging op zijn vermogen hem in een moeilijke financiële positie brachten. Echter, het hof concludeerde dat de man onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat de betaling van het griffierecht een onoverkomelijke hindernis vormde. Bovendien werd opgemerkt dat het mogelijk is om bijzondere bijstand aan te vragen voor de betaling van griffierecht, maar niet was aangetoond dat de man dit had gedaan.
Uiteindelijk oordeelde het hof dat de niet-ontvankelijkverklaring van de man in zijn hoger beroep niet zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. De man werd daarom niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep, conform artikel 282a lid 2 Rv. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor appellanten om tijdig aan hun financiële verplichtingen te voldoen en de beperkte mogelijkheden om een beroep te doen op vrijstelling van griffierechten in geval van financiële problemen.