Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
belanghebbende in hoger beroep, verder te noemen: [belanghebbende],
1.Het geding in eerste aanleg
Deze brief kunt u beschouwen als een voor hoger beroep vatbare beschikking.”.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende een verzoek van [verzoekster] om haar te machtigen tot het optreden in rechte in een procedure in hoger beroep en om toestemming te geven voor het maken van noodzakelijke bewindskosten. De zaak betreft een eerder door de kantonrechter in Gelderland genomen beschikking van 10 oktober 2008, waarbij een bewind werd ingesteld over de goederen van [belanghebbende] en [verzoekster] werd benoemd tot bewindvoerder. [Belanghebbende] heeft tegen deze beschikking hoger beroep ingesteld, en in een latere beschikking van 10 september 2013 heeft de kantonrechter het verzoek van [belanghebbende] om [verzoekster] als bewindvoerder te ontslaan afgewezen.
In het hoger beroep heeft [verzoekster] verzocht om machtiging tot het maken van kosten die voortvloeien uit haar rol als bewindvoerder, waaronder advocaatkosten en griffierechten. Het hof heeft vastgesteld dat het verzoek van [verzoekster] niet kan worden gegrond op de artikelen 1:443 of 441 van het Burgerlijk Wetboek, omdat deze artikelen betrekking hebben op handelingen die de bewindvoerder verricht ter vertegenwoordiging van de rechthebbende. Het hof heeft echter wel een grondslag gevonden in de artikelen 1:445 lid 4 en 1:358 lid 1 BW, die betrekking hebben op de kosten die de bewindvoerder aan de rechthebbende in rekening mag brengen.
Het hof heeft geoordeeld dat de werkzaamheden en kosten die voortvloeien uit de ontslagprocedure van [verzoekster] als bewindvoerder als extra werkzaamheden en hogere kosten moeten worden beschouwd. Het hof heeft [verzoekster] gemachtigd om deze kosten in rekening te brengen en heeft de benodigde tijd voor deze extra werkzaamheden op 6 uur geschat, evenals 5 uur voor de advocaat. De beschikking van de kantonrechter is vernietigd en het hof heeft de machtiging en goedkeuring verleend aan [verzoekster] zoals verzocht.