Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 augustus 2014, gaat het om een geschil over schadevergoeding na een onrechtmatige daad die heeft geleid tot beschadiging van een woning. De appellant, die in eerste aanleg gedaagde was, heeft de schadevergoeding betwist en voerde aan dat de schade niet zichtbaar was en dat er geen rekening gehouden moest worden met herstelkosten. De geïntimeerde, die in eerste aanleg eiser was, vorderde schadevergoeding voor de kosten van herstel van de beschadigde ruiten en kozijnen. Het hof heeft het tussenarrest van 10 september 2013 in acht genomen en de bevindingen van de deskundige overgenomen. De deskundige concludeerde dat de kosten voor herstel van de ruiten en kozijnen in totaal € 1.799,88 bedragen. Het hof oordeelde dat de appellant geen recht had op een 'nieuw voor oud'-aftrek, omdat de geïntimeerde niet in een voordeliger positie zou komen door de schadevergoeding. Het hof heeft de vordering van de geïntimeerde toegewezen en de appellant veroordeeld tot betaling van het schadebedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens zijn de proceskosten in hoger beroep aan de zijde van de geïntimeerde vastgesteld op € 1.264,- voor salaris en € 284,- voor verschotten. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank Leeuwarden voor een deel vernietigd en voor het overige bekrachtigd.