Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z]
heffingsambtenaarvan de
gemeente Ooststellingwerf(hierna: de heffingsambtenaar).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een geschil over de waarde van een onroerende zaak, gelegen aan de [a-straat] 19 te [Z]. De belanghebbende, aangeduid als [X] [Z], betwist de door de heffingsambtenaar van de gemeente Ooststellingwerf vastgestelde waarde van € 140.000 en bepleit een lagere waarde van € 117.500. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) per waardepeildatum 1 januari 2011. De rechtbank Noord-Nederland had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende hoger beroep heeft ingesteld.
Tijdens de zitting op 8 juli 2014 in Leeuwarden zijn beide partijen gehoord. De belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd en de heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend. De onroerende zaak betreft een rijwoning met een inhoud van 325 m³ en een kaveloppervlakte van 165 m². De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de waarde een matrix overgelegd, waarin de waardeopbouw van de onroerende zaak en vergelijkingsobjecten is weergegeven.
Het Hof heeft vastgesteld dat de onroerende zaak in een slechte staat van onderhoud verkeerde en dat de door de heffingsambtenaar voorgestelde waarde niet in overeenstemming was met de waarde in het economisch verkeer. Het Hof heeft de waarde van de onroerende zaak uiteindelijk vastgesteld op € 130.000, waarbij het Hof de heffingsambtenaar in de proceskosten heeft veroordeeld. De uitspraak is gedaan door een meervoudige belastingkamer en is openbaar uitgesproken op 9 september 2014.