Uitspraak
[appellant],
Azur,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
Vermeerdering van eis
Artikel 21 Rv.
Vordering uit onverschuldigde betaling betreffende de reiskosten
Vordering uit onverschuldigde betaling betreffende de provisie
Vordering tot betaling van achterstallig salaris
Azur is in haar memorie van antwoord niet ingegaan op de stelling van [appellant] betreffende het bedrag van € 400,-. Azur doet dat in haar akte na het tussenarrest voor het eerst, maar dat is te laat, gelet op de twee conclusie regel die ook met zich brengt dat partijen in de appelprocedure na de memorie van grieven c.q. de memorie van antwoord geen nieuwe verweren kunnen voeren, behoudens hier niet aan de orde zijnde uitzonderingen.
Vordering tot betaling van achterstallige kilometervergoeding
€ 0,50 netto per kilometer bedraagt. Deze overweging is niet consistent met hetgeen het hof eerder, in rechtsoverweging 3.12 en 3.13 over het karakter van de kilometervergoeding (netto of bruto) had overwogen. Het hof is dan ook voornemens terug te komen op deze beslissing. Na de getuigenverhoren kunnen partijen desgewenst nog op dit voornemen reageren.
Onkostenvergoeding tweede kwartaal 2008
Niet opgenomen vakantiedagen
Representatiekosten
€ 358,75 per maand, of enig ander bedrag, is alleen toelaatbaar voor zover de werkelijke representatiekosten van [appellant] (gemiddeld) € 358,75 per maand, of dat andere bedrag, belopen.
Provisie
7:629 lid 8 BW gedurende ziekte binnen de grenzen van artikel 7:629 BW ook aanspraak houdt op doorbetaling van provisie.
die woningen niet zelf heeft verkocht.
is. Uit hetgeen hiervoor is overwogen, volgt dat een actieve betrokkenheid van [appellant] voor zijn aanspraak op € 1.000,- provisie per kavel niet noodzakelijk is, zodat de vordering van [appellant] in elk geval toewijsbaar is tot een bedrag van € 4.000,-. Ten aanzien van een van de kavels maakt [appellant] aanspraak op een provisie van € 1.500,-. Volgens [appellant] heeft hij de uiteindelijke koper begeleid naar Frankrijk. Dat [appellant] de desbetreffende koper in Frankrijk heeft gesproken, staat niet ter discussie. Naar het oordeel van het hof is dan ook voldaan aan de voorwaarde voor toekenning van een hogere provisie. Dat, zoals Azur stelt, de kavel pas op een later moment is verkocht, doet daaraan niet af. In artikel 5 van het contract is niet vermeld dat alleen aanspraak op provisie bestaat wanneer de koopovereenkomst wordt gesloten tijdens het verblijf van [appellant] in Frankrijk. De slotsom is dat [appellant] in elk geval aanspraak heeft op een provisiebedrag van € 4.500,-.
Schadevergoeding
a. een van een controleverklaring van een accountant voorziene lijst waarop de in de periode van 1 juni 2007 tot en met 31 oktober 2009 door Azur verkochte kavels op het [project 1] zijn gespecificeerd;
b. een van een controleverklaring van een accountant voorziene lijst waarop de in de periode van 1 juni 2007 tot en met 31 oktober 2009 door Azur dan wel SARL Azur Invest verkochte kavels op het project [project 2] zijn gespecificeerd;
c. de akte van levering (en de schriftelijke koopovereenkomst) betreffende kavel 235 te Harderwold.
zes wekenna arrestdatum voor akte aan de zijde van Azur overeenkomstig het bepaalde in rechtsoverweging 2.40;
met ingang van 1 oktober 2007 een 40-urige werkweek en een netto salaris van € 4.000,- per maand geldt
en dat de overeengekomen provisiebedragen een netto karakter in plaats van een bruto karakter hebben;
mr. H. de Hek, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal/zullen opgeven op de
roldatum dinsdag 21 oktober 2014, waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) vaststelt;