Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Stichting Bo-Ex ’91,
1.[verweerder 1],
[verweerder 2],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontruiming van een huurwoning. De appellante, Stichting Bo-Ex '91, had in kort geding gevorderd dat de geïntimeerden, [verweerder 1] en [verweerder 2], de huurwoning zouden ontruimen. Dit verzoek was gebaseerd op een gewapende overval waarbij hennep was gestolen uit de woning en de aanwezigheid van een aanzienlijke hoeveelheid hennep in de woning zelf. De kantonrechter had de ontruimingsvordering in eerste aanleg afgewezen, omdat er volgens hem geen sprake was van een hennepkwekerij of -drogerij en de tekortkoming te gering was om de huurovereenkomst te ontbinden.
In hoger beroep heeft het hof de feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld. Het hof oordeelde dat de aanwezigheid van hennep in de woning een ernstige tekortkoming vormde, die niet kon worden genegeerd. De appellante had een spoedeisend belang bij de ontruiming, vooral gezien de risico's die de hennep met zich meebracht, zoals geweldsmisdrijven. Het hof weegt de belangen van de huurders tegen die van de verhuurder af en concludeert dat de belangen van Bo-Ex zwaarder wegen. De huurders hadden niet voldoende aangetoond dat zij elders geen woonruimte konden krijgen, en de mogelijke nadelen van een verhuizing werden niet als zwaarwegend genoeg beschouwd.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de ontruiming van de woning toegewezen, met een redelijke termijn voor de huurders om de woning te verlaten. Tevens zijn de kosten van de procedure aan de zijde van Bo-Ex vastgesteld en zijn de huurders in de proceskosten veroordeeld. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor verhuurders om hun belangen te beschermen tegen misbruik van huurwoningen, vooral in gevallen van criminele activiteiten.