Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil in hoger beroep
primair: de bewindvoerder alsnog in zijn verzoek niet-ontvankelijk te verklaren, doch uitsluitend vanwege het feit dat de kantonrechter niet behoeft te (of: kan) worden verzocht om machtiging te verlenen voor de voorgestelde handeling(en);
subsidiair: toestemming te verlenen om ten behoeve van de rechthebbende de B.V. ‘[rechthebbende] B.V.’ op te richten, alsmede tot volstorting van het geplaatste kapitaal van die B.V. met een bedrag van € 100.000,-- uit het (box 3) vermogen van de rechthebbende.
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
6.De beslissing
R. Krijger, bijgestaan door mr. J.M. van Gastel-Goudswaard als griffier, en is op 2 oktober 2014 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.