Uitspraak
Coolkids,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordelingvaststaande feiten
“zou je deze willen doorlezen en in 2-voud willen ondertekenen en naar mij opsturen per post of afgeven. Dan kan ik deze naar de account sturen.”
In dit e-mailbericht wordt verwezen naar een bestand, inhoudende een arbeidscontract tussen
Coolkids en [geïntimeerde]. In dat contract is onder meer vastgelegd dat [geïntimeerde] met ingang van
“[geïntimeerde] is bij ons van mrt t/m Juli 2013 in dienst geweest.
Wij zijn dit in een vergadering mondeling met zijn 3en overeengekomen.
Ik de accountant opdracht gegeven om zijn vakantiegeld te berekenen t/m Juli en heb dit ook netjes
uitbetaald.
Wij zijn dit overeengekomen omdat wij zijn prestaties zwaar onder peil vonden en hebben dit ook vele malen aangegeven. Zijn prestaties zouden maar grote stappen moeten verbeteren en anders konden wij hem gewoonweg niet betalen.
Naar meerdere waarschuwingen zijn zijn prestaties niet verbetert. Ook heeft hij zonder overleg vakantie opgenomen waar hij geen recht op had. Tevens is hij meerdere dagen onbereikbaar geweest. Ook is hij naar de dokter gegaan onder werktijd zonder overleg. Zo kan ik nog wel even doorgaan.
Wij zijn van mening dat wij alles netjes hebben afgehandeld en wensen hem ook het allerbeste toe. Maar erkennen de vordering niet.”
procedure in eerste aanleg
Coolkids heeft verweer gevoerd. Zij heeft tevens een vordering in reconventie ingesteld, inhoudende terugbetaling van een bedrag van € 3.368,24 dat zij teveel zou hebben betaald.
bespreking van de grieven
grief Ikomt Coolkids op tegen het oordeel van de kantonrechter dat op voorhand aannemelijk is dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst is gesloten. De grief faalt. [A] heeft, naar tussen partijen niet ter discussie staat, [geïntimeerde] eind februari 2013 een concept-arbeidscontract ter ondertekening gestuurd. Op grond van dat contract zou [geïntimeerde] met ingang van 1 maart 2013 bij Coolkids in dienst treden. [geïntimeerde] heeft, naar tussen partijen evenmin ter discussie staat, na 1 maart 2013 werkzaamheden voor Coolkids verricht. Coolkids heeft [geïntimeerde] loonstroken verstrekt over de maanden maart tot en met mei 2013 en heeft hem diverse betalingen gedaan. Op de overschrijvingsformulieren betreffende deze betalingen heeft Coolkids vermeld dat de betalingen betrekking hebben op loon en vakantiegeld. Onder deze omstandigheden is zeer aannemelijk dat tussen partijen inderdaad, zoals [geïntimeerde] stelt, een arbeidsovereenkomst is ontstaan. Haar betoog dat partijen slechts zijn overeengekomen dat [geïntimeerde] een vast voorschot zou ontvangen op zijn provisieaanspraken, maar dat geen sprake was van een echte arbeidsovereenkomst heeft Coolkids op geen enkele wijze onderbouwd. Er kan dan ook niet van worden uitgegaan dat de bodemrechter zal oordelen dat geen arbeidsovereenkomst tussen partijen is tot stand gekomen.
grief IIIkomt Coolkids op tegen het oordeel van de kantonrechter dat [geïntimeerde] ook recht heeft op loon over de periode waarin hij niet heeft gewerkt voor Coolkids. Volgens Coolkids heeft [geïntimeerde] op grond van de hoofdregel van artikel 7:627 BW geen recht op loon gedurende de periode dat hij niet voor Coolkids heeft gewerkt. Coolkids heeft [geïntimeerde], zeker nadat [geïntimeerde] via zijn gemachtigde aanspraak maakte op doorbetaling van zijn salaris, meermalen opgeroepen de bedongen werkzaamheden te verrichten, maar [geïntimeerde] heeft niet aan deze oproepen voldaan, aldus Coolkids.