Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Oost/Landelijk Coördinatiecentrum Auto,
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
op de afgegeven verklaring geen privégebruik auto, belanghebbende verzocht over de periode 1 januari 2008 tot en met 20 november 2009 een vragenformulier 'Loonheffingen geen privégebruik auto' in te vullen en, indien belanghebbende daarover beschikt, een rittenregistratie te overleggen.
wel de plaatsnamen.'
- een tabelloon per jaar van € 41.978;
- de cataloguswaarde van de auto van € 76.818;
- de periode van terbeschikkingstelling van bovengenoemde auto van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008;
- een eigen bijdrage van nihil.
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
De gemachtigde concludeert tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en van de naheffingsaanslag.
4.Beoordeling van het geschil
5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld waaraan een rittenregistratie moet voldoen. Tevens kunnen regels worden gesteld over het anderszins laten blijken dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt.
- in de kilometeradministratie over het jaar 2008 heeft belanghebbende enkel de namen vermeld van bedrijven die zijn bezocht alsmede de plaatsnamen, niet de adressen;
- per rit zijn de begin- en eindstand van de kilometerteller niet altijd genoteerd; belanghebbende noteert per dag uitsluitend de eindstand van de kilometerteller;
- het karakter van de rit – zakelijk of privé – is in de administratie niet altijd vermeld;
- in de rittenadministratie over het jaar 2008 is vermeld dat alleen zakelijk is gereden; afwijkende routes zijn niet genoteerd;
- de secretaresse van belanghebbende heeft de kilometerstanden per rit afgeleid uit de afspraken van belanghebbende die voorkomen in diens digitale agenda; nu echter de gegevens van die digitale agenda niet zijn bewaard, is de rittenadministratie niet controleerbaar;
- de auto van belanghebbende is enkele malen gebruikt door andere verkopers van het bedrijf; deze hebben wel ritten en kilometers opgegeven, maar die ritten zijn volgens belanghebbende niet te controleren; bovendien blijkt uit de administratie niet om welke ritten het gaat;
- bezoeken aan de garage zijn niet genoteerd;
- belanghebbende stelt weliswaar dat de auto na beëindiging van de werkzaamheden dagelijks wordt gestald bij het bedrijf, maar het Hof acht met de Inspecteur aannemelijk dat dit niet wegneemt dat belanghebbende niettemin toegang tot de auto houdt.
Het Hof zal daarom de uitspraak van de Rechtbank bevestigen.