ECLI:NL:GHARL:2014:8384
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige bij met gezag belaste ouder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige 1] bij de vader, die met het gezag is belast. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel van 3 april 2014, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing werd verleend. De moeder verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen en het verzoek van Stichting Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJZ) af te wijzen.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk belast zijn met het gezag over [minderjarige 1], die sinds eind 2011 onder toezicht staat van BJZ. De ondertoezichtstelling was laatstelijk verlengd tot 22 december 2014. BJZ had op 26 maart 2014 een verzoek ingediend tot verlening van een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] bij de vader. De kinderrechter had deze machtiging verleend, wat leidde tot het hoger beroep van de moeder.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 oktober 2014 heeft het hof kennisgenomen van de zorgen rondom de gedragsproblemen van [minderjarige 1], waaronder agressief gedrag en wegloopgedrag. Het hof oordeelde dat er voldoende grond was voor de machtiging tot uithuisplaatsing, gezien de ernst van de situatie en het gebrek aan samenwerking van de moeder met de gezinsvoogd. De vader daarentegen toonde wel bereidheid tot samenwerking en hulpverlening.
Het hof concludeerde dat de moeder niet in het belang van [minderjarige 1] handelde door de samenwerking met BJZ te weigeren en dat de opvoedingssituatie bij de vader beter was, ondanks de uitdagingen die hij ondervond. Het hof bekrachtigde de beschikking van de kinderrechter, waarmee de machtiging tot uithuisplaatsing werd gehandhaafd.