Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde sub 1],wonende te [woonplaats] en2. [geïntimeerde sub 2],wonende te [woonplaats]
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“(…) In aansluiting op uw gesprek met [de werknemer][hof: werkzaam bij de makelaar]
treft u bijgesloten het huurvoorstel aan inzake de [straatnaam] te [woonplaats].
“(…) Na aanleiding van het voorgestelde, wil ik mijn voorstel hierop indienen.
“(…) Naar aanleiding van uw onderstaande mailbericht, kunnen wij u hierbij namens de verhuurder mededelen dat deze akkoord gaat met uw voorstel. Graag zien wij bijgaande huurbevestiging getekend retour inclusief de daarin aangegeven bescheiden, zodat wij de concept huurovereenkomst kunnen opmaken.
“(…) Conform afspraak en in aansluiting op uw mailbericht d.d. 29 september jl. en na overleg met onze opdrachtgever is het ons een genoegen u hierbij de huurbevestiging te doen toekomen op basis van navolgende uitgangspunten en voorwaarden. (…)
“(…) Nadat ik de tekeningen gestuurd had kreeg ik de volgende uitleg van de fysiotherapeut. Ze heeft de tekeningen neergelegd bij haar collega die erover gaat. Die gaat dan contact met mij leggen, en dat gaat pas na 10 oktober gebeuren.
“(…) Ik laat het contract uitprinten en dan ondertekenen we het.
“(…) Van [de werknemer] hebben wij begrepen, dat u onder uw huurovereenkomst met betrekking tot de [straatnaam] uit zou willen. Voor de goede orde wijzen wij u er echter op dat er inmiddels een overeenkomst is ontstaan en dat dit derhalve niet mogelijk is.
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Verder heb ik 7 oktober weer een gesprek bij de gemeente om het financieringsplan te bespreken, zodat we kunnen zien hoe we het financieel kunnen doen. Dit is ook belangrijk en gelukkig is daar nog tijd voor daar het nog geen januari is.”
concepthuurovereenkomst. In de op dezelfde dag bij brief verstuurde huurbevestiging staat vervolgens dat die huurbevestiging gestand wordt gedaan tot 6 oktober 2010, 12:00 uur. In het licht van het stadium van de onderhandelingen, heeft [geïntimeerden] mogen begrijpen dat hem daarmee een onherroepelijk aanbod met een termijn voor aanvaarding is gedaan, welk aanbod zou vervallen indien hij het niet tijdig zou aanvaarden (artikel 6:217 jo. 219 BW). Vast staat dat [geïntimeerden] het aanbod niet binnen de daarvoor gestelde termijn heeft aanvaard.
Aangezien er op basis van de huurbevestiging dd. 29 september jl. een overeenstemming is bereikt met betrekking tot het huren van de ruimte op de 1e verdieping, zie ik deze bevestiging graag per omgaande getekend retour. Ik kan dan de concept huurovereenkomst op laten maken.” Vervolgens bericht [geïntimeerden] bij e-mail van 11 oktober 2010 “
Ik laat het contract uitprinten en dan ondertekenen we het.”. Vast staat echter dat [geïntimeerden] de huurbevestiging niet heeft ondertekend en ook niet heeft geretourneerd. Een conceptovereenkomst is nimmer opgesteld. Bovendien heeft [geïntimeerden] onweersproken aangevoerd dat hij de betreffende mededeling heeft gedaan omdat hij zich door de makelaar onder druk gezet voelde.