In het proces-verbaal van het opsporingsonderzoek van de FIOD-ECD zijn – onder meer – verwijzingen opgenomen naar de volgende verklaringen die belanghebbende tijdens het onderzoek heeft afgelegd in april 2003:
(op pagina 25 onderaan, over het formulier vrijstelling loonbelasting, dat rond 12 november 1998 is ingevuld)
“Het klopt dat ik op 16 december 1997 naar [D] ben vertrokken. Op het moment dat ik dit formulier invulde woonde ik echter al lang weer in Nederland. Ik heb geprobeerd een bepaalde voorstelling van zaken te geven die niet juist was. Dit heb ik eigenlijk vol gehouden tot hedenmiddag.”
(op pagina 26 halverwege)
“De opgaaf informatie emigratie belanghebbenden heb ik ingevuld nadat ik al een contract bij de [a-bank] heb getekend. De inhoud is dus ook pure onzin want ik wist al dat ik terug zou komen. Hier heb ik al ten onrechte geprobeerd de buitenlandse belastingplicht te verkrijgen. Het enige doel hiervan was de lage belastingdruk. Mijn eerder gedane verklaring dat ik mij wilde vestigingen op [D] en daar activiteiten wilde ontplooien trek ik bij deze in. Ik heb wel ooit die plannen gehad maar dat lag ver voor die datum.”
(op pagina 37, bovenaan)
“Ik ben namelijk niet op [D] woonachtig maar in Nederland aan de [a-straat] 25 te [L]” en “Toen ik de woonplaatsverklaring kreeg, had ik daar ook recht op omdat ik me op [D] had ingeschreven. Feitelijk had ik daar geen recht op omdat ik bij de [a-bank] in Nederland werkzaam was en in Nederland woonde.”
(op pagina 44)
“Vanaf 1-1-97 tot aan de levering bij verkoop van het huis [1 mei 1999] heb ik gewoond (…) te [Z] (…) Wij hebben tijdelijk in [M] gewoond omdat het huis aan de [a-straat] te [L] nog niet bewoonbaar was. Het huis in [M] was gehuurd van dhr. [E] (…). Wij hebben ook nog enkele weken bij mijn schoonouders gelogeerd. Enkele weken voor de jaarwisseling tussen 1999/2000 hebben wij het huis te [L] betrokken. Daar woon ik nog steeds samen met mijn vrouw”.
(op pagina 50, onderaan, en p. 51, bovenaan)
“Ik ben schuldig aan het feit dat ik de aangiften inkomstenbelasting over 1998 tot en met 2002 onjuist heb gedaan. Ik ben namelijk niet op [D] woonachtig maar in Nederland aan de [a-straat] 25 te [L]. (…)”
(op pagina 51)
“Deze aangiften zijn niet juist ingevuld, omdat in deze aangiften als woonplaats steeds [D] is gepresenteerd, terwijl ik in werkelijkheid in Nederland woonde. Verder zijn de aangiften onjuist, omdat mijn inkomsten uit mijn dienstbetrekking bij de [a-bank] ten onrechte niet zijn opgenomen in de aangiften.”