Uitspraak
Univé,
de Staat,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de rolbeschikking van 28 oktober 2014.
te vernietigen en opnieuw rechtdoende, bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, primair geïntimeerde alsnog niet-ontvankelijk te verklaren in zijn in eerste aanleg ingestelde vorderingen althans hem deze vorderingen alsnog te ontzeggen, subsidiair geïntimeerde in de gelegenheid te stellen dat de schade van 28 april 2010 is ontstaan als gevolg van een gebrekkige zaak in de zin van art. 6:173 BW, met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties, te vermeerderen met de (na)kosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het arrest, en –voor het geval de voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening)".
3.De beoordeling van het geschilvaststaande feiten
"auto direct stoppen (zonder overig verkeer onnodig te hinderen)".
"Ter plaatse gegaan naar bovenstaande locatie alwaar een Renault Laguna vvk 42LPLP op de afrit richting Slochteren. Hmp 112.6 afrit a in brand stond. de eigenaar [X] vertelde dat een rood "STOP" lampje ging branden. Vervolgens is [X] de A7 afgegaan alwaar de auto op de afrit begon te roken en vlam vatte. Brandweer heeft de auto geblust."
"
Feiten:Op 28 april 2010 reed verzekerde op de A7 nabij de afslag Kolham. Verzekerde zag op het dashboard een controle lampje branden waarna de motor stilviel. Verzekerde heeft de auto direct aan de kant stilgezet en zag rook onder de motorkap wegkomen en vervolgens de voorzijde van de auto geheel uitbrandde. (…)
Vraag:Aan mij werd verzocht een mogelijke oorzaak van de brandschade aan te geven.
Onderzoek:Ter beschikking staan een viertal foto's (
zie bijlage) destijds gemaakt door expert [expert] bij Autoschade [Y] te [plaats 2].
Duidelijk is zichtbaar dat de brandhaard zich bevindt aan de voorzijde, met name aan de linkervoorzijde van het motorcompartiment en dat het volledige inlaatspruitstuk gebrand heeft.
Aan de hand van de foto's is het onmogelijk een exacte oorzaak vast te stellen.
Overigens ben ik van mening dat het technisch gezien vrijwel onmogelijk was direct na het evenement de exacte oorzaak van de brand vast te stellen om reden dat vrijwel de volledige voorkop is uitgebrand.
Voor zover ik op de foto's kan zien is de brand het hevigst geweest aan de linker voorzijde. Aan deze zijde, naast de linker koplamp is aanzuigbuis van het luchtfilter gesitueerd.
Conclusie:Gelet op het feit dat verzekerde zonder problemen op de A7 reed en plotseling storing op het dashboard zag, en het feit dat de luchtinlaat links voor is gesitueerd waar ook de sterkste brandhaard zichtbaar is, is het aannemelijk dat de brand ontstaan is door dat er bijv. een brandende sigarettenpeuk o.i.d. is aangezogen waardoor de brand is ontstaan."
€ 340,34 aan administratiekosten. Univé heeft aansprakelijkheid betwist.
procedure in eerste aanleg
€ 14.588,20, te vermeerderen met rente en proceskosten. Aan deze vordering heeft de Staat ten grondslag gelegd dat Univé als WAM-verzekeraar op grond van artikel 6:173 BW aansprakelijk is voor de door de Staat geleden schade. Volgens de Staat was de auto gebrekkig en gaat het door Univé gedane beroep op de tenzij-clausule van artikel 6:173 lid 1 (slot) BW niet op.
bespreking van de grieven
aannemelijkdat de schade is ontstaan door een brandend voorwerp (bijvoorbeeld een sigarettenpeuk) buiten de auto. De deskundige sluit, volgt uit zijn rapport, een andere oorzaak voor de brand niet uit. Nu het rapport bovendien, zoals overwogen, is gebaseerd op zeer beperkt feitenonderzoek en uit het rapport niet blijkt dat de deskundige zich er rekenschap van heeft gegeven dat de kans dat omstreeks middennacht op de A7 bij Slochteren een sigarettenpeuk wordt weggegooid en ook nog in de luchtinlaat van een andere auto terechtkomt niet zo groot is, vormt het rapport onvoldoende basis voor de stelling van Univé dat de brand een externe oorzaak heeft. Uit het rapport kan echter wel worden afgeleid dat de brand een externe oorzaak kàn hebben.
De beslissing:Het gerechtshof;
vernietigt het tussenvonnis van 5 november 2013 tussen partijen gewezen;
verwijst de zaak naar de kantonrechter, teneinde met inachtneming van hetgeen het hof heeft overwogen over de zaak te beslissen;
reserveert een beslissing over de kosten van het hoger beroep;