2.6Gelet op dit oordeel en op het feit dat [geïntimeerde] inmiddels in de procedure is verschenen en alsnog een memorie van antwoord heeft genomen, komen enkele overwegingen van het hof in eerdergenoemd tussenarrest van 24 september 2013 in een ander daglicht te staan.
- Met betrekking tot overweging 5.2 in dat tussenarrest moet thans worden geconstateerd dat [geïntimeerde] in hoger beroep alsnog de echtheid van de handtekening heeft betwist. Het oordeel dat Installned bij de in die overweging besproken grieven geen belang heeft, blijft evenwel in stand, zij het om een andere reden, namelijk het hiervoor onder 2.5 gegeven oordeel van het hof dat, gelet op de uitkomst van de bewijsopdracht, ondanks handteke-ningenonderzoek niet is bewezen dat [geïntimeerde] zich voor 5 of bijna 6 jaar gebonden heeft.
- Bij grief 2, besproken in overweging 5.3, heeft Installned thans wel inhoudelijk belang. Volgens art. 9 van de akte van 2 januari 2006 waarmee de aandelen zijn geleverd, geciteerd onder 3.4 van genoemd tussenarrest, diende [geïntimeerde] (en [geïntimeerde], die met het oog op deze bepaling ook voor zichzelf ondertekende) zich gedurende twee jaar te onthouden van concurrentie. De rechtbank heeft geoordeeld dat het [geïntimeerde] vanaf 2 januari 2008 vrijstond een winkel te openen en met Texstof te concurreren indien geen bewijs werd geleverd van ondertekening door [geïntimeerde] van de ingeroepen managementovereenkomst.
Installned acht het "te zot voor woorden" dat [geïntimeerde] in 2008 zou mogen concurreren terwijl hij dat kalenderjaar nog managementwerk voor haar deed.
Het hof stelt voorop dat [geïntimeerde] na 2 januari 2008 niet meer gebonden was aan een contractueel concurrentiebeding, nu niet is gebleken van een concurrentiebeding in de managementovereenkomst, die tot eind 2008 liep, en het concurrentiebeding in de akte van aandelenoverdracht per die datum was uitgewerkt. Op zichzelf is denkbaar dat, ondanks het ontbreken van een concurrentiebeding, bepaalde concurrerende handelingen ontoelaatbaar zijn op een andere grondslag, maar Installned heeft die grondslag niet gegeven, laat staan uitgewerkt. De grief mist daarom doel.
- Het oordeel in overweging 5.6 dat [geïntimeerde] artikel 8.1 van de managementovereen-komst heeft geschonden, kan gelet op het onder 2.5 gegeven oordeel niet in stand blijven.
- Nu niet is bewezen dat [geïntimeerde] de managementovereenkomst heeft ondertekend, kan, anders dan onder 5.9 in het tussenarrest van 24 september 2013 is overwogen, niet met een beroep op de inhoud van die overeenkomst een verklaring voor recht gegeven worden.