Uitspraak
[appellante],
SFT,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep van een coöperatieve vereniging tegen Stichting Sociaal Fonds Taxi (SFT) over de matiging van een boete die was opgelegd wegens het niet meewerken aan gegevensverschaffing aan SFT, ondanks de verplichting daartoe in de algemeen verbindend verklaarde CAO. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 15 juli 2014 bepaald dat SFT zich bij akte mocht uitlaten over de kosten van toezicht op de naleving van de CAO. Na het indienen van de akte door SFT, waarin de kosten van toezicht en onderzoek werden uiteengezet, heeft de appellante gereageerd met een antwoordakte.
Het hof heeft overwogen dat de vordering tot overlegging van de gevraagde bescheiden een dwangsom kan hebben, met een maximum van € 100.000,-. Tevens is er ruimte voor een gematigde boete, die als aanvullende schadevergoeding kan dienen. Het hof heeft vastgesteld dat de immateriële schade van de CAO-partijen maximaal € 10.000,- bedraagt. SFT heeft haar jaarstukken over 2010 overgelegd, waaruit bleek dat de kosten van werkzaamheden met betrekking tot de CAO in totaal € 1,505 miljoen bedroegen. Het hof oordeelde dat SFT voldoende had aangetoond dat de kosten van het onderzoek bij de appellante meer dan gemiddeld waren, en heeft de ondergrens voor matiging vastgesteld op € 20.000,-.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat een boete van € 50.000,-, ter hoogte van 2,5 keer de meegewogen schadeposten, redelijk was, gezien de hardnekkige weigering van de appellante om aan haar verplichtingen te voldoen. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, behoudens de beslissing over de proceskosten, en de appellante veroordeeld tot naleving van de CAO en betaling van de boete, met wettelijke rente vanaf 2 mei 2011. De proceskosten in principaal hoger beroep zijn vastgesteld op € 2.446,50 voor salaris en € 1.769,- voor verschotten, terwijl de proceskosten in incidenteel appel zijn gecompenseerd.