Uitspraak
The Energy +,
Intertras,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 januari 2015, gaat het om een hoger beroep van The Energy + Company B.V. tegen Intertras Bedding B.V. De zaak betreft een nadere overeenkomst die voorshands bewezen werd geacht, behoudens tegenbewijs. The Energy + Company B.V. was in eerste aanleg gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, terwijl Intertras Bedding B.V. eiseres in conventie en verweerster in reconventie was. De advocaat van The Energy + Company B.V. was mr. J. Faas, en de advocaat van Intertras Bedding B.V. was mr. H.G.B. van der Wal.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat The Energy + Company B.V. tegenbewijs moest leveren tegen de stelling van Intertras Bedding B.V. dat de nadere overeenkomst ook betrekking had op koudschuimkernmatrassen en dat Trompert bevoegd was deze overeenkomst namens The Energy + Company B.V. aan te gaan. Aangezien The Energy + Company B.V. dit tegenbewijs niet heeft geleverd, werd de stelling van Intertras rechtens voor juist gehouden. De grieven van The Energy + Company B.V. faalden, met uitzondering van een specifieke factuur van € 249,57 die nog beoordeeld moest worden.
Het hof concludeerde dat de kosten die Intertras in rekening bracht voor transport, gerechtvaardigd waren, tenzij bewezen kon worden dat Intertras tekortgeschoten was in de nakoming van hun afspraak. Aangezien The Energy + Company B.V. geen bewijs heeft geleverd, faalde ook deze grief. Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 9 januari 2013 en veroordeelde The Energy + Company B.V. in de kosten van het hoger beroep, vastgesteld op € 2.632,- voor salaris en € 1.862,- voor griffierecht. Het arrest werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.