ECLI:NL:GHARL:2015:342

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 januari 2015
Publicatiedatum
20 januari 2015
Zaaknummer
200.124.939-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een nadere overeenkomst en bewijslevering in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 januari 2015, gaat het om een hoger beroep van The Energy + Company B.V. tegen Intertras Bedding B.V. De zaak betreft een nadere overeenkomst die voorshands bewezen werd geacht, behoudens tegenbewijs. The Energy + Company B.V. was in eerste aanleg gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, terwijl Intertras Bedding B.V. eiseres in conventie en verweerster in reconventie was. De advocaat van The Energy + Company B.V. was mr. J. Faas, en de advocaat van Intertras Bedding B.V. was mr. H.G.B. van der Wal.

Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat The Energy + Company B.V. tegenbewijs moest leveren tegen de stelling van Intertras Bedding B.V. dat de nadere overeenkomst ook betrekking had op koudschuimkernmatrassen en dat Trompert bevoegd was deze overeenkomst namens The Energy + Company B.V. aan te gaan. Aangezien The Energy + Company B.V. dit tegenbewijs niet heeft geleverd, werd de stelling van Intertras rechtens voor juist gehouden. De grieven van The Energy + Company B.V. faalden, met uitzondering van een specifieke factuur van € 249,57 die nog beoordeeld moest worden.

Het hof concludeerde dat de kosten die Intertras in rekening bracht voor transport, gerechtvaardigd waren, tenzij bewezen kon worden dat Intertras tekortgeschoten was in de nakoming van hun afspraak. Aangezien The Energy + Company B.V. geen bewijs heeft geleverd, faalde ook deze grief. Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 9 januari 2013 en veroordeelde The Energy + Company B.V. in de kosten van het hoger beroep, vastgesteld op € 2.632,- voor salaris en € 1.862,- voor griffierecht. Het arrest werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.124.939/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 114793 / HA ZA 09-1068)
arrest van de eerste kamer van 20 januari 2015
in de zaak van
The Energy + Company B.V.,
gevestigd te Antwerpen,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,
hierna:
The Energy +,
advocaat: mr. J. Faas, kantoorhoudend te Groningen,
tegen
Intertras Bedding B.V.,
gevestigd te Veendam,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna:
Intertras,
advocaat: mr. H.G.B. van der Wal, kantoorhoudend te Winschoten.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 17 juni 2014 hier over.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Na het vermelde tussenarrest heeft geen getuigenverhoor plaatsgevonden. Vervolgens heeft Intertras de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest en heeft het hof arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1
Het hof heeft The Energy+ opgedragen tegenbewijs te leveren van de voorshands vaststaande stelling van Intertras dat de nadere overeenkomst mede betrekking had op de koudschuimkernmatrassen en dat Trompert bevoegd was deze overeenkomst namens The Energy+ met Intertras aan te gaan. Nu dat tegenbewijs niet is geleverd, moet deze stelling rechtens voor juist worden gehouden. Dat betekent dat de grieven I en II falen. De grieven III, IV en V delen dat lot, behoudens voor zover het gaat om der nog te beoordelen afzonderlijke factuur van € 249,57 (grief III; zie rechtsoverweging 5.6 in het arrest van 17 juni 2014). Het hof overweegt daarover het volgende.
2.2
Volgens The Energy+ worden met deze factuur transportkosten in rekening gebracht die tevergeefs zijn gemaakt: Intertras zou op 13 mei 2009 matrassen ophalen die nog niet aan klanten van The Energy+ waren geleverd. De chauffeur van Intertras kwam echter een dag eerder. De matrassen stonden toen nog niet gereed.
2.3
Intertras heeft volhard in deze vordering. Volgens haar is de chauffeur wel degelijk op 13 mei 2009 bij The Energy+ langs geweest, maar is hij weggestuurd.
2.4
Het hof stelt vast dat partijen hebben afgesproken dat Intertras een chauffeur langs zou sturen om de matrassen op te halen, en dat die afspraak door Intertras is nageleefd. De desbetreffende kosten kunnen daarom in rekening worden gebracht, tenzij komt vast te staan dat Intertras in de nakoming van die afspraak is tekortgeschoten door een dag te vroeg te komen. Dat staat echter niet vast. Omdat hier door The Energy+ geen bewijs van is aangeboden, komt het hof ook niet aan bewijslevering ter zake toe. De grief faalt dus ook op dit onderdeel.

3.Slotsom

3.1
De grieven falen, zodat het vonnis van 9 januari 2013 moet worden bekrachtigd.
Het hof zal The Energy+ als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het hoger beroep veroordelen. De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Intertras zullen worden vastgesteld op:
- griffierecht
1.862,-
totaal verschotten
1.862,-
en voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief: V
1 punt x € 2.632,-
2.632,-

4.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen van 9 januari 2013;
veroordeelt The Energy+ in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Intertras vastgesteld op € 2.632,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en op € 1.862,- voor verschotten;
verklaart dit arrest (voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordeling betreft) uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mr. M.W. Zandbergen, mr. W. Breemhaar en mr. B.J.H. Hofstee en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 20 januari 2015.