ECLI:NL:GHARL:2015:3512
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.H. Lieber
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- M.H.H.A. Moes
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot rekening en verantwoording door bewindvoerder over het beheer van de erflaatster
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verplichting van [geintimeerde sub 1] en [geintimeerde sub 3] om rekening en verantwoording af te leggen over het beheer van de erflaatster. De zaak betreft een geschil tussen [appellante] en de geïntimeerden over de wijze waarop rekening en verantwoording is afgelegd na het overlijden van de erflaatster op 22 december 2007. Het hof verwijst naar een eerder tussenarrest van 15 april 2014, waarin het hof had gelast dat [geintimeerde sub 1] bepaalde documenten diende te overleggen aan [appellante]. Tijdens een comparitie van partijen op 9 juli 2014 is besproken of de overgelegde stukken een deugdelijke rekening en verantwoording vormden. [appellante] handhaafde haar vorderingen van € 110.371,75 en € 7.850,- in verband met onrechtmatige onttrekkingen door [geintimeerde sub 1] en [geintimeerde sub 3]. Het hof heeft vervolgens de grieven van [appellante] beoordeeld en vastgesteld dat [geintimeerde sub 1] gehouden is om rekening en verantwoording af te leggen over de periode van 1 januari 1999 tot 13 juli 2006, en dat hij dit niet heeft gedaan. Het hof oordeelt dat [geintimeerde sub 1] ook na het overlijden van de erflaatster het beheer over haar vermogen heeft voortgezet en dat hij verplicht is om hierover verantwoording af te leggen aan de erfgenamen. De zaak is verwezen naar de rol voor het overleggen van bankafschriften door [appellante] en verdere beslissingen zijn aangehouden.