Uitspraak
de vrouw,
de man,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- een akte (met producties) van de vrouw;
- een akte van de man;
- een antwoordakte van de vrouw;
- een antwoordakte (met producties) van de man;
- een V6-formulier met bijlagen d.d. 11 december 2014 van de vrouw;
- een V8-formulier met bijlage d.d. 15 december 2014 van de man;
- een V8-formulier met bijlage d.d. 16 december 2014 van de vrouw;
- een V6-formulier met bijlage d.d. 19 december 2014 van de man;
- een V6-formulier met bijlagen d.d. 20 februari 2015 van de vrouw.
2.De verdere beoordeling
- welke waarde had de kapitaalverzekering bij [C] met polisnummer [000000] op 13 oktober 2011?
- in hoeverre heeft voornoemde kapitaalverzekering te maken met de leningen van fl. 350.000,- en fl. 200.000,- die oorspronkelijk zijn aangegaan voor de aankoop en verbouwing van de woning aan de [a-straat]?
- op welke wijze dient in de berekening van het te verrekenen bedrag rekening gehouden te worden met de omstandigheid dat de man het aankoopbedrag van de [a-straat] voor 12,5% met eigen geld heeft gefinancierd?
Voorts wenste het hof van partijen te vernemen of zij gezamenlijk tot een waardebepaling van de woning aan de [a-straat] per peildatum 13 oktober 2011 konden komen, en zo ja, welke waarde bij de berekening van het te verrekenen bedrag alsdan door het hof in aanmerking genomen kan worden.
Nagekomen stukken
De vrouw heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt en heeft bij het V6-formulier van 20 februari 2015 een reactie op de bedoelde producties van de man gegeven. Tevens heeft zij de producties 39 en 40 in het geding gebracht. Nu het hof de vrouw enkel in de gelegenheid had gesteld te reageren op de door de man (bij antwoordakte) in het geding gebrachte producties en de man niet in de gelegenheid is te reageren op de door de vrouw overgelegde producties 39 en 40, zal het hof laatstgenoemde producties buiten beschouwing laten.
In aanmerking te nemen waarden
Nu partijen over de voorgenoemde waarden overeenstemming hebben bereikt, zal het hof bij de berekening van het te verrekenen bedrag ter zake van de woning aan de [a-straat] deze waarden tot uitgangspunt nemen.
Verband tussen de kapitaalverzekering en de oorspronkelijke hypothecaire leningen
Ook haar stelling dat de lijfrenteverzekering bij [C], [000003], tijdens het huwelijk tot uitkering is gekomen en is aangewend ter (gedeeltelijke) aflossing van de hypothecaire lening kan de vrouw niet baten. Ter onderbouwing van deze stelling heeft de vrouw weliswaar een e-mailbericht van [C] d.d. 15 oktober 2014 overgelegd waarin wordt aangegeven dat ter zake van de betreffende verzekering op 27 mei 2009 een bedrag van € 63.026,35 is uitgekeerd en over is gemaakt naar de pandhouder [a-bank], maar uit de door de man overgelegde jaaropgaves 2008 tot en met 2010 van de hypothecaire leningen bij [a-bank] (productie 10 bij antwoordakte) blijkt dat op de bestaande leningen gedurende die periode geen aflossingen zijn gedaan, terwijl voorts uit het door de man (als productie 13 bij antwoordakte) overgelegde rekeningafschrift blijkt dat het door [C] uitgekeerde bedrag ter hoogte van € 63.026,35, is uitgekeerd op de gezamenlijke privérekening van partijen bij [a-bank], met bankrekeningnummer [000006]. Gelet hierop heeft de vrouw naar het oordeel van het hof onvoldoende onderbouwd dat de uitkering op de levensverzekering [000003], is aangewend ter aflossing van de hypotheek en dat de vrouw als gevolg hiervan enig bedrag uit hoofde van verrekening toe dient te komen. Dat de vrouw heeft aangevoerd dat de uitkering van de levensverzekering wel de
bestemminghad om te worden afgelost op de hypothecaire lening kan, wat daar verder ook van zij, aan het vorenstaande niet afdoen.
Aan haar constatering dat voorts sprake is van een tweetal overlijdensrisicoverzekeringen bij [C] ([000004] en [000005]) alsmede van verzekeringen bij [E] en [F], worden door de vrouw geen gevolgen verbonden, zodat (ook) het hof hieraan voorbij zal gaan. Het hof merkt daarbij nog op dat risicoverzekeringen niet vermogensvormend zijn, zodat deze hoe dan ook niet tot een (nadere) verrekening tussen partijen zouden hebben kunnen leiden.
Na opvraag daarvan bij [C] heeft de man bij zijn antwoordakte de historische gegevens van de verpanding van de kapitaalverzekering [000000] sinds 1982 overgelegd. Uit deze stukken (productie 14 bij antwoordakte) volgt dat de kapitaalverzekering eerst op 6 december 1996 is verpand aan [b-bank], waarna op 15 mei 2003 de verpanding van de polis aan [a-bank] heeft plaatsgevonden. De man heeft te dien aanzien verklaard dat de verpanding van de kapitaalverzekering in 1996 te maken had met een hypothecaire lening die hij bij ABN AMRO had afgesloten voor een beleggingspand, welk pand ten tijde van het huwelijk is verkocht. Vervolgens is de polis verpand aan [a-bank], alwaar partijen in 2003 de hypothecaire lening voor de woning aan de [a-straat] en de villa [te D] zijn aangegaan.
De man komt daarmee terug op zijn ter zitting in hoger beroep ingenomen standpunt dat de bedoelde verzekering eerst in 1998 verbonden is geraakt aan de hypothecaire lening ter zake van de [a-straat]. Nu thans op grond van de overgelegde historische gegevens betreffende de verpanding van de verzekering is gebleken dat dit standpunt onjuist is, zou bij de berekening van het tussen partijen te verrekenen bedrag in beginsel de waarde van de woning aan de [a-straat] op 15 mei 2003 in plaats van op 20 juli 1998 tot uitgangspunt genomen dienen te worden. De man heeft in zijn antwoordakte evenwel aangegeven in het kader van de overzichtelijkheid van de zaak desalniettemin uit te willen gaan van de waarde op 20 juli 1998, zijnde € 465.125,-, hetgeen gelet op de marktontwikkelingen in de tussenliggende periode voor de vrouw niet als nadelig heeft te gelden. Nu de vrouw hiertegen geen bezwaar heeft gemaakt, zal het hof in het kader van de onder rechtsoverweging 2.4 weergegeven berekening, aansluiting (blijven) zoeken bij de waarde van de woning op 20 juli 1998, zijnde € 465.125,-.
De totale hoofdsom van de hypothecaire geldlening welke in 1998 bij de [c-bank] is afgesloten bedroeg fl. 1.600.000,-. Het gedeelte van de totale hypotheekschuld dat ziet op de woning aan de [a-straat] kan worden vastgesteld op fl. 591.175,46 / fl. 1.600.000,- = 37%. Aldus dient volgens de man 37% van de waarde van de kapitaalverzekering in de berekening in aanmerking genomen te worden, terwijl het overige gedeelte van de waarde van de kapitaalverzekering tussen partijen bij helfte verdeeld dient te worden.
Nu de vrouw voor het overige tegen de door de man voorgestane wijze van de berekening van het verband tussen de kapitaalverzekering en de oorspronkelijk ten behoeve van de financiering van de woning aan de [a-straat] aangegane leningen, geen (gemotiveerd) bezwaar heeft gemaakt, zal het hof deze berekeningswijze tot uitgangspunt nemen.
Eigen geld bij aankoop van de [a-straat]
productie 3 bij R) blijkt dat de man een bedrag van fl. 51.847,46 van de totale koopprijs van fl. 387.153,- heeft voldaan uit eigen middelen, hetgeen ongeveer neerkomt op een percentage van 12,5% van de totale koopprijs. De vrouw heeft zulks niet betwist, doch stelt dat het bedrag van fl. 51.847,46 uit gezamenlijke middelen is voldaan en niet uit het privévermogen van de man. Anders dan de vrouw meent, had het op haar weg gelegen haar stelling hieromtrent nader (met bewijsstukken) te onderbouwen, hetgeen zij heeft nagelaten. Nu de man de woning op 1 juli 1983 alleen in eigendom heeft verkregen en partijen op dat moment nog niet gehuwd waren, gaat het hof er (nog steeds) vanuit dat de man 12,5% van de aankoopprijs van de woning uit zijn privévermogen heeft voldaan.
€ 40.330,- / € 465.125,- x € 688.788,- = € 59.723,34 : 2 = € 29.861,67.
Het hof zal de zaak, met analoge toepassing van het bepaalde in artikel 355 Rv, op de bovengenoemde punten terug verwijzen naar de rechtbank, teneinde deze verder te behandelen en te beslissen met in achtneming van hetgeen het hof heeft overwogen in zijn tussenbeschikking van 26 augustus 2014 en in rechtsoverweging 2.18 van deze beschikking (ten aanzien van de resterende waarde van de kapitaalverzekering [000000]).