De verklaring van getuige [getuige], voormalig medewerker van [X] luidt voor zover hier van belang als volgt:
"
(…) Ik ben betrokken geweest bij de advisering aan [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2]. Ik zal u vertellen hoe die betrokkenheid eruit zag. Ik raadpleeg daarbij mijn notities die zich ook in het procesdossier bevinden (productie 2 bij conclusie van antwoord en productie 5 bij akte uitlaten na tussenarrest van de zijde van Countus). Die aantekeningen corresponderen met mijn herinnering, ik wist het allemaal niet meer zo precies maar toen ik zo'n anderhalf jaar geleden die aantekeningen opnieuw las kwam de herinnering weer helemaal boven. Rond mei 2008 werd ik door mijn collega [collega] benaderd over de woning van mevrouw [geïntimeerde 1]. Op de bedoelde productie 5 kunt u dat ook zien: het bovenste gedeelte is het handschrift van [collega], het onderste stuk is mijn handschrift.
Het punt waar het om ging was dat [collega] door de fiscus in het kader van de controle van de inkomstenbelasting was benaderd met betrekking tot de woning van mevrouw [geïntimeerde 1]. Die woning stond als zakelijk genoteerd bij de fiscus voor de inkomstenbelasting en de fiscus had daar vraagtekens bij. Dat was bijzonder, dat de fiscus vóór het noteren van de woning als privé opteerde, want dat doen ze eigenlijk nooit.
Ik heb toen met mevrouw [geïntimeerde 1] gebeld, dat kunt u zien op de andere notitie (de bedoelde productie 2). Op die notitie is het bovenste stukje, waar de telefoonnummers en zaaknummers staan vermeld, weer van de hand van [collega], en het gedeelte daaronder bestaat uit aantekeningen die ik zelf tijdens of kort na het telefoongesprek met mevrouw [geïntimeerde 1] heb genoteerd. Los van deze notitie herinner ik mij de inhoud van dat telefoongesprek ook nog goed. Ik heb mevrouw [geïntimeerde 1] daarbij geadviseerd om het pand toch privé te houden, omdat dat gelet op de stijgende prijsontwikkelingen in de woningmarkt voor haar gunstiger zou zijn, althans op de lange termijn. Juist vanwege die lange termijn heb ik haar toen expliciet gevraagd of ze van plan was om de woning te verkopen, op de korte dan wel de lange termijn. Zij gaf toen aan dat dat op korte termijn niet de bedoeling was. (…)
Omdat mevrouw [geïntimeerde 1] expliciet aangaf op korte termijn geen verkoopplannen te hebben, hebben wij het onderwerp verkoop en de eventuele consequenties daarvan ook niet meer besproken: dat was immers niet aan de orde. Mevrouw gaf aan dat ze daar bleef wonen. Ik heb vervolgens, zo staat dat ook in mijn aantekeningen, contact opgenomen met de makelaars om te vragen hoe de waarde van de woning zich in de toekomst zou ontwikkelen. (…) Ook dat gesprek vond telefonisch plaats, daar zien de laatste twee regels van de notitie ook op. Ik noteerde daar dus ook 'blijven daar wonen'.
Ik weet niet meer of ik vervolgens nog weer contact heb opgenomen met mevrouw [geïntimeerde 1]. Dat zal zeker zo zijn geweest, want de beslissing zakelijk of privé was immers aan de klant. Uit mijn aantekeningen op de genoemde productie 5 leid ik af dat ik wel contact met haar heb gehad, daar staat immers onderaan 'keuze familie [geïntimeerde 1]: woning zakelijk. Belt ons terug.' Dat laatste slaat op het telefoongesprek dat ik met [Y] van de Belastingdienst voerde. (…)
Vervolgens heb ik de brief van 15 april 2008 (productie 1 bij conclusie van antwoord) opgesteld om de keuze van de familie schriftelijk aan hen te bevestigen. (…)
Daarmee was mijn advisering aan de familie klaar. Ik heb verder in die periode, en daarmee bedoel ik dan de periode mei/juni 2008 geen enkel contact met de familie [geïntimeerde 1] gehad.
(…)
U wijst mij op de factuur van 24 juni 2008 (productie 1 bij inleidende dagvaarding) en u leest mij de daarop vermelde omschrijving van de werkzaamheden voor. Ik ken die factuur, ik vind dat die omschrijving de lading van de werkzaamheden waarover ik u zojuist verteld heb goed dekt. De factuur heeft ook enkel betrekking op het adviestraject waar ik zojuist over verteld heb en de controle inkomstenbelasting. De omschrijving op de factuur is niet van mij afkomstig. (…)
In september 2008 kreeg ik van mevrouw [geïntimeerde 1] een koopovereenkomst voorgelegd. Dat was voor mij verrassend: ik herinner mij nog geel goed dat ik erg verbaasd was dat ze het pand toch verkocht hadden.
(…)
De factuur van 24 juni 2008 vermeldt een bedrag van ongeveer € 360,-, ik schat in dat daarmee ongeveer 4 uur aan werkzaamheden is gefactureerd. Ik denk dat de telefoongesprekken en de brief waarover ik zojuist verklaard heb in totaal zo'n 2.5 à 3 uur in beslag hebben genomen.
De factuur bevat het woord 'waaronder', maar volgens mij ziet de factuur alleen op het afwikkelen van de controle inkomstenbelasting 2005 en het vraagstuk woning zakelijk of privé. Ik weet niet zeker of [collega] daarnaast nog andere werkzaamheden voor [geïntimeerde 1] heeft verricht, ik heb die nota niet opgesteld.
(…)
Ik weet niet meer wie de makelaar is die ik indertijd heb geraadpleegd, maar het was in ieder geval de makelaar van mevrouw [geïntimeerde 1], want zij had mij de naam van de makelaar opgegeven. Mr. Hogenkamp vraagt mij of ik wist dat deze makelaar het bewuste pand op dat moment in de verkoop had. Daar heb ik niets van meegekregen. Ik had die indruk ook niet, dat zou voor mij toen een rare wending zijn geweest.
Mr. Hogenkamp wijst mij erop dat de allerlaatste regel van de notitie productie 2 van het papier lijkt te zijn weggevallen en (in ieder geval op de zich in het dossier bevindende kopie) niet leesbaar is. Het gaat om het stukje tekst na 'blijven daar wonen'. Ik heb die notitie hier ook in kopie bij mij en ik kan ook niet meer lezen wat ik daar toen heb opgeschreven, ook niet als ik mijn herinnering daarnaast leg. (…)."